Klassieke rubriek van Coen Jansen | Pasen 2022
Het Christelijke Paasfeest, met het bekende verhaal van hoop, liefde, "Licht", overwinning, vreugde en een een nieuw begin is voor gelovigen hét hoogtepunt in het kerkelijk jaar dat verband houdt met de wederopstanding van Jezus Christus. Dit Paasfeest is onverbrekelijk verbonden met het Joods lentefeest, de Pesach of Pèsach, waarbij Joden de uittocht uit Egypte en daarmee de bevrijding van de slavernij herdenken.
Velen zijn echter van mening dat Pasen (gedeeltelijk) gebaseerd is op een heidens feest uit voorchristelijk Europa, ze zijn er van overtuigd dat sommige paastradities afkomstig zijn uit lentefeesten van andere culturen en religies en dat deze gebruiken dus ouder zijn dan het christendom.
Zo worden bijvoorbeeld eieren, hét symbool voor vruchtbaarheid, de lente en nieuw leven, al duizenden jaren beschilderd wanneer de lente aanbrak.
Maar er waren ver voor onze jaartelling ook al volken die elke lente de terugkeer (wederopstanding.....) van hun zonnegod vierden. Het licht zou dan de duisternis overwinnen en de dagen worden langer dan de nachten
En het is ook bekend dat door Angelsaksische barbaren de maand april als ‘’Eosturmonath’’ (naar de vruchtbaarheidsgodin Ēostre) betitelden, waar dan weer het Engelse "Easter" vanaf geleid zou zijn.
Voor anderen betekent Pasen gezellig samenzijn met familie of vrienden, gezelligheid, paasbruch, paaseieren, de Keukenhof enz enz.
Wat Pasen voor u ook moge betekenen, hoe u Pasen ook gaat vieren, Pasen 2022 zal er één gaan zijn die we niet gauw zullen vergeten, wánt, nu we de coronapandemie dan eindelijk onder controle lijken te hebben en de meeste coronamaatregelen afgeschaft zijn, of binnenkort zullen worden afgeschaft, hebben we door de vreselijke oorlog in Oekraïne met ander onheil te maken.
Door deze oorlog op Europees grondgebied, die vele doden en gewonden, vluchtelingenstromen, verwoestingen, onmetelijk verdiet, wereldwijde angst en woede tot gevolg heeft, hebben we misschien wel meer dan ooit behoefte aan "Licht" en bezinning.
In de hoop mijn kleine steentje daaraan bij te kunnen dragen, maar ook om de Oekraïners een hart onder de riem te steken, wil ik deze Paasspecial 2022 openen met indrukwekkende Oekraïense koormuziek;
**Het Kiev Kamer Koor olv Mikola Hobditsj zingt dit prachtige indringende Kyrie Eleison.
Deze monodie is gecomponeerd door een onbekende vijftiende-eeuwse Oekraïense componist
Een monodie is een (vaak ongebeleid) éénstemmig of solo kerkelijk gezang van kleine melodieomvang, dat oorspronkelijk uit Azië afkomstig is. Via de Grieken en Bulgaren heeft het haar weg gevonden naar het Byzantijnse Rijk, waarvan Oekraïne deel uitmaakte.
*Jakov Jatsinevitsj (1869-1945); deze Oekraïense componist, dirigent en folklorist, heeft meer dan 200 werken, waaronder een groot aantal religieuze werken op zijn naam staan. Jatsinevitsj componeerde deze Grote Vredeslitanie
Kiev Kamer Koor olv Mikola Hobditsj
Litanie of ektenia (afkomstig van het Latijnse litania en het Griekse litaneía); smeekbede.
Een ektenia is een reeks gebeden/smeekbeden die als onderdeel van de Liturgie normaliter door de Orthodoxe priester, in de landstaal of het zgn kerkslavisch gesproken of gezongen wordt, waarop dan door het koor en/of gemeente gereageerd wordt.
*De Orthodoxe Kerk berekent de paasdatum met de Juliaanse kalender (genoemd naar Julius Caesar die hem in 45 v.Chr. invoerde). Het westen gaat uit van de Gregoriaanse kalender (door paus Gregorius XIII in 1582 afgekondigd), die tussen de 16e tot de 20e eeuw de Juliaanse kalender geleidelijk aan verdrong. Door de verschillen tussen de beide kalenders worden het Orthodoxe Paasfeest en het Pasen in bijvoorbeeld ons land meestal niet op dezelfde datum gevierd en kan het maar liefst dertien dagen met elkaar verschillen.
**Het kloosterkoor van het Kiev-Petsjersk Lavra zingt dit fraaie paaslied;
Het in 1990 tot werelderfgoed uitgeroepen Holenklooster van Kiev of Kiev-Petsjersk Lavra, stamt uit 1051 en werd door monniken in de heuvels bij Kiev gesticht. Het kloostercomplex omvat een boven- en een benedendeel, waarin zich ondergrondse gangenstelsels bevinden die uit smalle gangen of holen, kapellen en gebedsruimtes bestaan. Deze gangen of holen dienen ook als begraafplaats voor de monniken, die door de constante (lage) temperatuur gemummificeerd worden. Het holenklooster dankt zijn naam aan deze "holen". Het ommuurde kloostercomplex herbergt een orthodox klooster, een religieus centrum en een museum en wordt jaarlijks door vele pelgrims en toeristen bezocht.
*Dmitri Bortnianski (1751-1825); Oekraïens componist van opera's, instrumentale stukken, maar hij is vooral bekend geworden vanwege zijn religieuze koormuziek, gezongen Franse, Italiaanse, Latijnse of Kerk-slavische teksten, waarin zowel oosterse als westerse invloeden te horen zijn. Zijn grote vakmanschap bleef niet onopgemerkt, want hij werd als niet-Russische burger benoemd tot dirigent van het keizerlijk kapelkoor. Zijn koorconcerten waren ongekend populair in binnen- en het verre buitenland. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie heeft men in het onafhankelijke Oekraïne de prachtige muziek van Bortnianski herondekt.
*Koorconcert nr.32; Heer laat mij mijn einde kennen-Dmitri Bortnianski
Philharmonisch Kamer Koor Estland olv Paul Hillier
*Stabat mater dolorosa/De moeder stond door smart bevangen; zo begint één van de beroemdste Latijnse gebeden uit de 13e eeuw. Het werd geschreven ter ere van Maria die treurt om het lot van haar zoon Jezus aan het kruis. De tekst van het Stabat Mater Dolorosa, dat in legio talen vertaald is, werd en wordt nog altijd door vele componisten op muziek gezet.
Vermoedelijk is Jacopone da Todi, een Fransciscaner monnik de auteur van dit ontroerende gedicht dat hij waarschijnlijk schreef voor persoonlijke meditatiedoeleinden.
*Antonio Vivaldi (1678-1741); deze in Venetië geboren componist, docent en priester is één van de meest gerenommeerde figuren in de Europese klassieke muziek. Van zijn vader kreeg Antonio viool- en muziekles en daarnaast volgde hij ook nog een priesteropleiding. Hoewel hij in 1703 tot priester gewijd werd (vanwege zijn rode haar had hij de bijnaam; "il Prete Rosso/de rode priester") heeft hij zijn hele leven aan de muziek gewijd. In zijn tijd waren zijn vele honderden werken in de meest uiteenlopende genres immens populair.
Vivaldi kon zelfs diverse leden van de hoge Europese adel tot zijn grote schare bewonderaars rekenen; zo mocht híj tgv het huwelijk van Lodewijk XV de cantate; Gloria e Imeneo componeren.
Zijn succes werd, mede door de veranderende smaak van het publiek echter steeds kleiner, waardoor Vivaldi gedwongen werd zijn geluk elders, namelijk in Wenen te gaan beproeven. Nadat in de Oostenrijkse hoofdstad financieel succes echter uitbleef, is Vivaldi daar op 28 juli 1741 in armoede gestorven.
In tegenstelling tot de muziek van tijdgenoten als J.S. Bach en G.F. Händel, is Vivaldi's muziek in de vergetelheid geraakt. Pas in het begin van de twintigste eeuw is de muziek van Antonio Vivaldi herondekt en heeft die een glorieuze come-back gemaakt!
Vivaldi schreef zíjn Stabat Mater in 1712. In dit negendelige werk voor mezzo-spraan of countertenor, strijkorkest en orgel heeft hij "slechts" de helft van de oorspronkelijke tekst op muziek gezet.
.**Tim Mead-countertenor, Les Accents olv Thibault Noally met;
Antonio Vivaldi's; Stabat Mater dolorosa voor alt of counter-tenor en orkest, RV 621.
I. Stabat Mater, II. Cuius animam, III. O quam tristis, IV. Quis est homo,
V. Quis non posset, VI. Pro peccati,s VII. Eja Mater, VIII. Fac ut ardeat, IX. Amen
Dit concert werd opgenomen in de oogverblindend mooie Sainte-Chapelle in Parijs.Vanwege de schitterende gotische architectuur en de muur van glas, met zijn unieke (1113 !) glas-in-loodramen, is deze kapel misschien wel de állermooiste kapel van Frankrijk. Saint-Chapelle, gebouwd om kostbare relikwieën te bewaren, vormde het middelpunt van de koninklijke residentie die halverwege de 13e eeuw in opdracht van Lodewijk IX, in hartje Parijs werd gebouwd. Het hele paleiscomplex is in de loop der tijd verdwenen, behalve de Saint-Chapelle, die staat nog altijd fier overeind!
*Franz Liszt (1811 – 1886); pianistisch wonderkind, pianovirtuoos; volgens velen de grootste aller tijden! Al op jonge leeftijd trok hij als een échte superster (de beroemste van de 19e eeuw!) rond in heel Europa. Tijdens die concerten, waarbij dames in katzwijn vielen, voerde hij zijn eigen werken uit, en dat waren dan heuse huzarenstukken die door velen beschouwd werden én worden als de moeilijkste pianomuziek ooit geschreven.
Zijn elegante, wereldse manieren in combinatie met duivels cynisme en zijn indrukwekkende podiumpresentatie en bovennatuurlijke virtuositeit voedden de geruchten, dat hij een deal met de duivel had gesloten. Er werden zelfs werken van hem verboden omdat die duivelsakkoorden, de zgn tritonus-akkorden zouden bevatten.............
Liszt was bevriend met vele componisten. Om het werk van hen te kunnen promoten maakte Liszt schitterende pianotranscripties van symfonieën, opera's en grote orkestwerken van bevriende collega's, en voerde die tijdens zijn toernees veelvuldig uit.
Ook als dirigent (Liszt was een excellent dirigent) heeft hij, door veel muziek van hen te programmeren veel bijgedragen aan de populariteit van collega componisten.
Als een echte Europeaan heeft hij in diverse Europese steden gewoond en gewerkt.
De lagere priesterwijdingen die Liszt ontvangen heeft, hebben hem er niet van kunnen weerhouden diverse amoureuze verhoudingen met bij voorkeur gefortuneerde adellijke dames aan te gaan. Eén van zijn (buitenechtelijke) kinderen, dochter Cosima zou later de vrouw van Richard Wagner worden.
In zijn latere periode vond Liszt dat muziek onlosmakelijk verbonden moest zijn met het goddelijke; "........men kan wereldlijke en religieuze kunst niet van elkaar scheiden. Men moet slechts uitgaan van goddelijke kunst....."
Waren zijn vroegere pianowerken nog uiterst virtuoos, zijn latere werden dat veel minder en eenvoudiger van vorm, maar zijn wél extremer in harmonie. Liszt' muzikale invloed reikt (daardoor) tot ver in de twingste eeuw.
In de fascinerende partituur van zijn Via Crucis (1878-1879) heeft Liszt ook alleen het meest noodzakelijke genoteerd/opgeschreven. Dit verstilde werk is een duidelijk statement van zijn persoonlijke geloof. Het is oorspronkelijk geschreven voor piano (of orgel), koor en vocale solisten, maar al gauw heeft Liszt versies voor piano solo en piano-vierhandig geschreven.
Zoals veel andere muziek uit deze periode werd ook deze muziek té vooruitstrevend gevonden en niet goed meer begrepen. RichardWagner, Liszt' schoonzoon betitelde deze muziek zelfs als waanzin, en de uitgever weigerde het werk zelfs te drukken............
Via Crucis werd dan ook pas in 1929, lang na de dood van Liszt voor de eerste keer integraal uitgevoerd.
De kruisweg is een serie staties (schilderij of reliëf), die ieder een scène uit de lijdensweg van Jezus en zijn stervensproces uitbeelden. Voor velen staan de staties vandaag de dag symbool voor het lijden van mensen of zelfs de hele mensheid............
De staties (statio =staan of stilstaanstation) is een overblijfsel van de pelgrimstochten naar het Heilige Land; pelgrims wilden dáár de verschillende staties van het lijden bezoeken. Om gelovigen in staat te stellen in gebed de Via Dolorosa uit te lopen, zonder naar het Heilige Land af te hoeven reizen, heeft men vanaf de 15 eeuw 7 staties in kerken opgehangen.
Nadat Paus Clemens XII (1730-1740) het aantal staties op 14 had verordonneerd zijn de staties vanaf 1741 in alle roomskatholieke kerken verplicht geworden. Een enkele keer kun je een 15e statie aantreffen; de paasstatie.
Tijdens het lopen naar de volgende statie zingt men 5 traditiegetrouw een Gregoriaanse melodie.
Ook Liszt laat zíjn Via Crucis beginnen met deze hymne; Vexilla Regis prodeunt, Fulget Crucis Mysterium/de banieren van de Koning komen tevoorschijn, het Mysterie van het Kruis licht op , waarna de staties volgen. Tussen de staties hoor je die ingetogen gregoriaanse melodie, steeds op een andere toonhoogte terugkomen.
*Statie 1: Jezus wordt ter dood veroordeeld,
*Statie 2: Jezus draagt zijn kruis,
*Statie 3: Jezus valt voor de eerste keer,
*Statie 4: Jezus ontmoet zijn heilige moeder,
*Statie 5: Simon van Cyrene helpt Jezus met het dragen van zijn Kruis,
*Statie 6: de Heilige Veronica,
*Statie 7 Jezus valt voor de tweede keer,
*Statie 8 De vrouwen van Jeruzalem,
*Statie 9 Jezus valt voor de derde keer,
*Statie 10: Jezus wordt ontkleed,
*Statie 11: Jezus wordt aan het Kruis geslagen,
*Statie 12: Jezus sterft aan het Kruis,
*Statie 13: Jezus wordt van het Kruis afgenomen,
*Statie 14: Jezus wordt in het graf gelegd.
Liszt componeerde maar liefst zo'n 1500 werken, waaronder veel, uiterst virtuoze pianocomposities, symfonische gedichten, geestelijke muziek oa missen enz. enz.
*Gustav Mahler (1860 – 1911); (Boheems) Oostenrijks componist en dirigent.
Mahler was de tweede van 14 kinderen en kwam, doordat er maar liefst zes broers of zussen op jonge leeftijd stierven, al op jonge leeftijd in aanraking met de dood. In veel van zijn composities zijn dan ook, zoals in zijn tweede symfonie, (flarden van) een treurmars waar te nemen..........
Al op twintig-jarige leeftijd gaf hij blijk van zijn grote dirigeerkwaliteiten. Vanaf 1880 bekleedde de jonge Mahler de functie van (chef)dirigent of directeur in de operahuizen van oa Linz, Praag, Leipzig, Boedapest en Hamburg , en al gauw groeide hij via deze en andere prestigieuze operahuizen en symfonie-orkesten uit tot één van de belangrijkste dirigenten van zijn tijd. Zijn grootste roem als dirigent bereikte hij in Wenen, waar hij tot 1907 directeur van de opera was. Mahler, van Joodse afkomst, kreeg die functie pas aangeboden nadat hij zich bekeerd had tot het Katholieke geloof...........
Mahler was berucht vanwege zijn onbuigzame, temperamentvolle en ronduit despotische karakter. Na een paar hevige conflicten én vanwege anti-semitische sentimenten in Wenen vertrok Mahler uit de Oostenrijkse hoofdstad en ging tot vlak voor zijn dood dirigeren in New York bij de New York Metropolitan Opera (1907-1909) en het roemruchte New York Philharmonic Orchestra (1910-1911).
Vanwege zijn vele werkzaamheden had Mahler weinig tijd om te componeren; dat deed hij dan ook in de schaarse vrije momenten én in de zomermaanden. In de drie huisjes waarin hij zomers componeerde (aan de Attersee, aan de Wörthersee en in de buurt het Trenkenhof) bevinden zich nu kleine, aan Mahler gewijde musea.
En tóch heeft Mahler, een briljant instrumentator die altijd op zoek was naar nieuwe klanken en uitdrukkingsmiddelen, tien machtige hyper-persoonlijke symfonieën (9 voltooid en één onvoltooid), vele prachtige liederen en liedcycli op papier weten te krijgen.
Mahler wordt als de laatste grote symfonicus van de 19e eeuw en de eerste grote symfonicus van de 20e eeuw gevierd.
Mahler;"...........Een symfonie moet zijn als de wereld. Hij moet alles omvatten........." in zijn grote, of grootse symfonieën komen volksmuziek, schoonheid van de natuur, humor, verwijzingen naar de dood, (militaire) marsmuziek, hartstocht, fantasie enz. dan ook op imposante wijze allemaal samen.
Wereldwijd behoort het oeuvre van Mahler tot het standaardrepertoire van symfonieorkesten.
Gustav Mahler overleed in Wenen op 18 mei 1911 en werd op 22 mei, naast zijn dochter op het kerkhof van Grinzing, even buiten Wenen te ruste gelegd .
*Symfonie nr.II in c "Auferstehung/Wederopstanding" (1894); maar liefst acht jaren lang heeft Mahler aan zijn tweede symfonie gewerkt. Het resutaat mag er dan ook zijn, want deze symfonie, met haar grote contrasten tussen de muzikale thema's én de delen is er een van louter superlatieven; een uitvoeringstijd van ongeveer anderhalf uur, een enorm bezet orkest dat ook nog eens uitgebreid wordt met extra koperblazers, klokken, een groot concertorgel, een sopraan- en altsoliste, een Frenorchester (dat vanuit een andere ruimte, vanuit de verte moet klinken) én een groot gemengd koor. Mahler's noeste arbeid en geploeter aan deze kolos is niet voor niets geweest want samen met zijn achtste was dit zijn meest succesvolle en populaire werktijdens zijn leven .
Het gigantische eerste deel dendert als een treurmars, waarin we bij tijd en wijle het aloude Dies Irae ontwaren, naar het Ländlerachtige tweede deel. Hier heerst vredige rust; een groter contrast is bijna niet denkbaar.
Maar die rust is van korte duur want ze wordt ruw verstoord door het welhaast onheilspellende lugubere derde deel.
In het vierde deel wordt door de alt het altijd weer diep ontroerende;
"O Röschen rot. Der Mensch liegt in tiefster Not!" uit Des Knaben Wunderhorn (gedichtenbundel met Duitse sprookjesachtige volksliederen) gezongen.
Aan het begin van het vijfde deel barst door instrumentaal geweld een pandemonium los, waarna het Dies Irae weer te horen is..........Vervolgens wordt door fanfares en slagwerk luid en duidelijk het einde der tijden aangekondigd.
Als geen ander wist Mahler solo/koorzang met orkest te laten versmelten, daarin was hij een grootmeester. Dat bewijst hij ook in deze symfonie, wanneer hij het koor het"Aufersteh’n, ja aufersteh’n" nauwelijks hoorbaar laat aanheffen om vervolgens samen met het orkest tot orkaankracht aan te zwellen. Aan het eind van deze symfonie worden álle registers, inclusief die van het orgel wagenwijd open getrokken voor de extatische finale; "Sterben werd’ ich um zu leben! Aufersteh’n, ja aufersteh’n wirst du, mein Herz in einem Nu! Was du geschlagen, zu Gott wird es dich tragen!"
**Symfonie nr.II in c "Auferstehung/Wederopstanding" van Gustav Mahler; in een internationale tóp-uitvoering, wánt; met solistische bijdragen van twee Zweedse zangeressen van wereldniveau; Miah Persson-sopraan, en haar landgenote Anna Larsson-alt. En verder het Nat.Youth Choir Great Britain, het Simón Bolívar Symfonie Orkest olv Gustavo Dudamel. Zowel het orkest als de dirigent zijn Venezolaans;
*I; Allegro maestoso: Mit durchaus ernstem und feierlichem Ausdruck,
*II; Andante moderato: Sehr gemächlich. Nie eilen,
*III; In ruhig fließender Bewegung
*IV; 'Urlicht' : Sehr feierlich, aber schlicht (Choralmässig);
Der Mensch liegt in größter Not!
Der Mensch liegt in größter Pein!
Je lieber möcht ich im Himmel sein!
Da kam ich auf einen breiten Weg;
Da kam ein Engelein und wollt mich abweisen.
Ach nein! Ich ließ mich nicht abweisen!
Ich bin von Gott und will wieder zu Gott!
Der liebe Gott wird mir ein Lichtchen geben,
Wird leuchten mir bis in das ewig selig Leben!
*V; Im Tempo des Scherzos: Wild herausfahrend - Langsam - Allegro energico - Langsam;
Aufersteh’n, ja aufersteh’n
wirst du, mein Staub, nach kurzer Ruh
Unsterblich Leben wird der dich rief dir geben
Wieder aufzublüh’n wirst du gesät
Der Herr der Ernte geht und sammelt Garben uns ein
die starben
O glaube, mein Herz, o glaube!
Es geht dir nichts verloren!
Dein ist, was du gesehnt,
dein was du geliebt, was du gestritten
O glaube!
Du wardst nicht umsonst geboren
Hast nicht umsonst gelebt, gelitten
Was entstanden ist, das muß vergehen
Was vergangen ist, auferstehen
Hör auf zu beben!
Bereite dich zu leben!
O Schmerz, du Alldurchdringer!
Dir bin ich entrungen
O Tod, du Allbezwinger!
Nun bist du bezwungen
Mit Flügeln, die ich mir errungen
in heissem Liebesstreben
werde ich entschweben zum Licht
zu dem kein Aug’ gedrungen
Mit Flügeln die ich mir errungen werde ich entschweben.
Sterben werd’ ich um zu leben!
Aufersteh’n, ja aufersteh’n wirst du, mein Herz in einem Nu!
Was du geschlagen, zu Gott wird es dich tragen!