Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 6
Bij muzikale afleveringen over Italië, kan opera natuurlijk niet ontbreken; in deze aflevering staat een specifiek, en uiterst populair operagenre centraal; het belcanto, en kunt u een puur willekeurige, over-en minderbekende, maar prachtige selectie uit dit repertoire beluisteren, dat zijn grote bloeitijd in de eerste helft van de 19e eeuw beleefde.
Belcanto; "mooi zingen/schone zang", een zangstijl waarin de aandacht voor de klankkleur van de stem een bijzonder grote rol speelt. Vibrato is daarbij van relatief groot belang. De tekst van het gezongene staat daarbij op het tweede plan (uitspraak, interpretatie enzovoort) en het kenmerkt zich door een perfect legato, beweeglijkheid en een lichte manier van zingen, dit in tegenstelling tot de vaak zwaardere en krachtigere stijl van de Duitse opera.
In deze aflevering aandacht voor drie belcanto-grootmeesters; Gioachino Rossini (1792-1868), Gaetano Donizetti (1797-1848) en Vincenzo Bellini (1801-1835).
Na de Tweede Wereldoorlog beleefde de praktijk van het belcanto een heropleving dankzij met name, de sopranen Maria Callas en Joan Sutherland; zij bleken in staat om niet alleen aan de technische eisen van speciaal de coloraturen - melismatische versieringen - te voldoen, maar deze ook inhoud en diepgang te geven. Van deze vorm van ornamentiek, die helaas maar al te vaak wordt aangezien voor onnodige opsmuk en misplaatste virtuositeit, maakten zij een wezenlijk muzikaal bestanddeel. Het succes dat zij behaalden in dit repertoire leidde tot hernieuwde belangstelling voor het belcanto. Oa de Nederlandse zangeres Cristina Deutekom bouwde een wereldcarrière op met dit belcantorepertoire.
Enkele welbekende zangers en prima donna's, vermaard om hun belcanto zijn of waren oa,;Tito Schipa, Maria Callas, Joan Sutherland, Marilyn Horne, Alfredo Kraus, Edita Gruberová, Luciano Pavarotti, Montserrat Caballé, Cecilia Bartoli, Mirella Freni, Richard Tauber, Frederica von Stade en Juan Diego Flórez.
*Gioacchino Rossini (1792-1868) staat met een been in de klassieke traditie en met het andere in de romantiek. Op zijn 18de schreef hij zijn eerste opera en nadien schreef hij er nog 39 waarvan een groot deel nog steeds tot het ijzeren repertoire behoort. Hij is één van de meest productieve operacomponisten aller tijden die door vakgenoten al in zijn tijd als één van de belangrijkste componisten gezien. En nu, ruim 220 jaar later, heeft hij die status nog steeds. Bijzonder aan Rossini is dat hij de gave had om ‘functioneel’ te componeren: hij verzon aangename melodieën die langzaam opbouwen tot een uitbundig crescendo en die in ieders oor blijven kleven. Hij was bovendien een zakenman die goed kon onderhandelen, waardoor hij met zijn muziek een flink vermogen vergaarde. Rossini stond bekend om zijn joviale persoonlijkheid en was niet voor niets de man van de komische opera’s. Latere diagnoses wijzen echter uit dat hij niet zo luchtig in het leven stond als sommigen denken. Hij leed jarenlang aan depressies en slapeloosheid. Na veertig opera’s voor zijn veertigste verjaardag te hebben geschreven, stopte hij opeens met het schrijven van opera's, en zette hij m.u.v. orkest en kamermuziek niet veel meer muziek op papier. Nadat hij een korte tijd in Wenen woonde, en daarna weer in Italië, verhuisde Rossini naar Parijs waar zijn magnum opus, Guillaume Tell, zijn eerste en enige grande opéra werd en waarvan de beroemde ouverture tot schoolvoorbeeld voor de 19de-eeuwse romantische opera-ouverture zou uitgroeien. Na Guillaume Tell schreef Rossini geen opera’s meer. Hij had genoeg geld verdiend om zich de rest van zijn leven geen zorgen meer te hoeven maken. Rossini hield veel van luxe en reisde heel Europa rond. Hij hield ook veel van overdadig eten en moet een fantastische kok geweest zijn. Een aantal koks heeft een aantal van hun gerechten op Rossini geïnspireerd, waarvan de Tournedos Rossini (een luxueus vleesgerecht met foie gras, truffel en Madeira), het bekendste is dat naar deze de smulpaap is vernoemd.Hij werd aanvankelijk in Parijs begraven maar in 1887 werden zijn resten bijgezet in de Santa Croce kerk in Florence.
*Gioachino Rossini (1792-1868); de geliefde
ouverture uit; La Gazza Ladra, in een prachtige live-opname door de Münchner
Philharmoniker olv Sergiu Celibidache
*Gioachino Rossini; Elisabetta, Regina
d'Inghiltera; "Bell'alme generose"; Een adembenemend mooie opname door Montserrat
Caballé-sopraan
*Gaetano Donizetti was bijzonder productief en heeft zo`n zeventig opera`s op zijn naam staan, was werkzaam op het gebied van symfonischwerk en kamermuziek, en hield zich ook bezig met cantates, geestelijke muziek en liederen.Donizetti is met zijn voorliefde voor lugubere taferelen, felle hartstochten en tragedies een typisch vertegenwoordiger van de Italiaanse romantiek. Al op jonge leeftijd viel hij op door het grote gemak waarmee hij melodieën en complete composities uit de pen liet vloeien en ook door bekwaamheden, die aan Mozart doen denken, want zo heeft hij de complete partituur van een opera van zijn leermeester op weten te schrijven alleen door naar 3 live-uitvoeringen te luisteren. Zijn eerste opera ging in 1818 te Venetië in première en verraadt de grote invloed van Rossini. Een groot aantal opera`s volgden, soms wel 4 per jaar. Met het succes van zijn meesterwerk Lucia di Lammermoor triomfeerde hij over zijn rivaal Bellini en het bezorgde hem een functie aan het Napolitaanse conservatorium, en deed hem triomferen over zijn rivaal Bellini.. Natuurlijk werden niet al zijn opera`s bekend (wat niets zegt over de muzikale kwaliteit), zo was de première van Maria Stuarda een fiasco. Vanwege censuur en door de vroege dood van zijn vrouw, en op verzoek van Rossini vertrok Donizetti zwaar getroffen naar Parijs, waar hij snel en succesvol o.a. La fille du régiment componeerde. In Parijs raakte hij in botsing op persoonlijk vlak met Bellini, die daar met zijn I Puritani veel succes had.
Maatschappelijk ging het goed met Donizetti. Hij had functies in Napels op bestuurlijk vlak en als docent harmonieleer. De laatste jaren van zijn leven werden door een dodelijke ziekte (syfilis?) bepaald. Hij bracht zijn laatste jaren door in een sanatorium en verbleef later tot zijn dood in 1848 bij vrienden in Bergamo.
*Gaetano Donizetti (1797-1848); een komische aan
Rossini verwante opera; Don Pasquale; "Tornami a dir che m'ami";
romantisch duet waarbij de geliefden (hier op fenomenale wijze gezongen door de
sopraan Mirella Freni en de tenor Gösta
Winbergh) elkaar heel veel mooie en lieve woorden toezingen.
*Gaetano Donizetti; de komische opera La fille du
regiment; Ah, mes amis!...pour mon âme..... de bekende en beruchte bravouraria
met de onwaarschijnlijke hoeveelheden hoge "c', Luciano Pavarotti
*Gaetano Donizetti; L'elisir d'amore; Una furtiva
lacrima; Rolando Villazón-tenor (live, ook met bissering van deze overbekende
en prachtige aria.
*Gaetano Donizetti; Lucia di Lammermoor; Ook in
deze opera viert drama hoogtij: de titelrolpersonage Lucia moet met trouwen met
iemand waar ze niet van houdt. Na de huwelijksvoltrekking vermoordt ze haar
kersverse echtgenoot en wordt waanzinnig. Overigens worden erg veel vrouwen in
Italiaanse opera's waanzinnig voordat ze sterven........dat geeft regisseurs en
componisten de kans het drama te vergroten, en om de prima donna nog eens extra
te kunnen laten schitteren...... De fluit, celesta of ander licht en
hoogklinkende instrumenten verbeeldt in waanzinnaria's zoals deze, de (zieke)
geest.......Een schitterende live-opname van de legendarische, en altijd
indrukwekkend zingende Joan Sutherland, die door deze rol wereldberoemd
geworden is:
*Vincenzo Bellini (1801-1835); moet een wonderkind zijn geweest want hij componeert al vanaf zijn zesde en ontving van zijn vader en opa zijn eerste muzieklessen, op 18 jarige leeftijd ging hij naar het conservatorium van Napels, en maakte daar al in 1825 zijn debuut als operacomponist. In 1827 verhuisde hij naar Milaan, waar hij ging samenwerken met de dichter Felice Romani, die zijn vaste librettist zou worden. Samen boekten ze grote successen, onder andere met Il Pirata (1827), La Sonnambula (1831) en Norma (1831). Bij de première van Beatrice di Tenda in Venetië (1833) kwam aan die vruchtbare samenwerking een einde.Later vertrekt Bellini naar Parijs, waar hij tot de grootste Italiaanse operacomponist van zijn tijd, naast Rossini zou uitgroeien. Hij overleed onverwachts nog geen vierendertig jaar oud. Dankzij Rossini kreeg hij een praalgraf op Père-Lachaise. In 1876 werd zijn stoffelijk overschot op verzoek van zijn familie en het stadsbestuur van Catania opgegraven en per trein door de Italiaanse laars naar Reggio di Calabria gebracht. Bellini’s laatste reis werd een ware triomftocht. Met veel eerbetoon en te midden van een intens volksfeest werd hij herbegraven in de Dom van Catania, de Cattedrale di Sant’Agata.
Bellini’s nalatenschap is, hoewel klein, van uitzonderlijke kwaliteit: een handvol opera’s die tot op de huidige dag worden uitgevoerd. In tegenstelling tot Rossini schreef Vincenzo Bellini opera's met lyrische en expressieve muziek.
Bellini’s lange (trage) serene melodielijnen behoren tot de mooiste muziek die het belcanto heeft voortgebracht, en zijn van grote invloed geweest op oa Wagner ("unendliche melodieën"), die, net als oa Chopin een groot bewonderaar van Bellini was.
*Vincenzo Bellini; I Puritani; "A Te, O
Cara", Nino Machaidze-sopraan, Juan Diego Florez-tenor (live)
*Vinzenzo Bellini; Beatrice di Tenda; Angiol
di pace; Joan Sutherland-sopraan, Marilyn Horne-mezzo-sopraan, Richard
Conrad-tenor
*Vinzenzo Bellini; La Sonnambula; Tutto è sciolto
Ah perchè non posso odiarti; Juan Diego Florez (live)
*Vincenzo Bellini; Norma; Mira o Norma ai tuoi
ginocchi...Si, fino all'ore estreme; een schitterende live-opname met twee
legendarische zangeressen, die als geen anderen hun stemmen wisten te laten
samensmelten; Joan Sutherland-sopraan
& Marilyn Horne-mezzo-sopraan