Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 5
In de komende 4 afleveringen zal Italië, het land dat als dé muzikale kraamkamer van veel/de meeste muzikale genres beschouwd wordt, centraal staan.
*Andrea Gabrieli (ca1510-1586); Als componist schreef Andrea Gabrieli in de meeste muziekgenres van zijn tijd, waaronder missen, psalmen, motetten, madrigalen en vele instrumentale werken, de meeste voor solo keyboard. Hij componeerde zowel kleinschalige als grootschalige werken, waaronder polychorale muziek met de techniek van cori spezzati (gesplitste koren) die de ruimtelijke scheiding van twee of meer koren benutte door middel van akkoordstructuren, syllabische tekstzetting en korte imitatieve dialogen tussen uitvoerende groepen.De muziek van Andrea en Giovanni Gabrieli heeft veel invloed gehad op latere componisten, de werken die Andrea Gabrieli schreef voor instrumentaal ensemble en solo keyboard zijn belangrijk voor de ontwikkeling van onafhankelijke instrumentale genres. De muzikanten van de Venetiaanse school zijn van groot belang geweest voor de ontwikkeling van het concert, de orgelkunst en later ook van de opera. Kortom: in de San Marco te Venetië heeft een enorme invloed gehad op de latere klassieke muziek, en deze imposante San Marco basiliek, met schitterende Byzantijnse koepels was het hart van deze Venetiaanse school.
*Een battaglia (veldslag) is een genre uit de Renaissance en Barok; programmamuziek in de vorm van een madrigaal voor vier of meer stemmen waar kanonnen, fanfares, kreten, tromgeroffels en andere geluiden van een gevecht/veldslag door stemmen, en later in de barok door instrumenten, worden nagebootst die een strijd imiteert.
*Battaglia en canzone; Canzone (Italiaans; lied of chanson). Een instrumentale Canzona werd Canzona da sonar (lied om te spelen) genoemd. De Canzona wordt beschouwd als de voorloper van het concerto grosso en het (solo)concert.
*Giovanni da Palestrina (ca.1525-1594) werd, vermoedelijk in Palestrina, niet ver van Rome, rond 1525 geboren, op 12-jarige leeftijd werd hij koorknaap in Rome, van 1544 tot circa 1551 was hij als kapelmeester en organist verbonden aan de kathedraal van zijn geboorteplaats, waarna hij de rest van zijn leven diverse belangrijke functies bekleedde bij prestigieuze kathedralen, waaronder de St.Pieter (waar hij ook begraven is) in Rome. Hij componeerde een enorme hoeveelheid geestelijke en wereldlijke composities, waaronder honderden missen (waarvan de onderstaande Missa Papae Marcelli als absoluut hoogtepunt beschouwd wordt), motetten en madrigalen, die hem zeer welvarend gemaakt hebben, want hij wist ze voor grote bedragen te verkopen.
Hij heeft, vooral door eenvoud en verstaanbaarheid van de gezongen teksten, een grote invloed gehad op de ontwikkeling van de (katholieke kerk-)muziek. Zijn oeuvre, dat van zeer hoog niveau is, kenmerkt zich door duidelijke melodische lijnen en perfecte harmonie, wordt dan ook beschouwd als een absoluut hoogetpunt uit de Renaissance, en al tijdens zijn leven stond Palestrina dan ook in heel Europa in zeer hoog aanzien. De bijnaam van deze grootmeester van de katholieke kerkmuziek was dan ook niet voor niets; "de prins van de muziek".
*Missa Papae Marcelli; deze schiiterende mis draagt de naam van de opdrachtgever; paus Marcellus. Vanwege de verstaanbaarheid van de liturgische teksten heeft de kerk lang vastgehouden aan (gregoriaanse) éénstemmigheid, maar met deze mis heeft Palestrina op indrukwekkende wijze bewezen dat meerstemmigheid níet ten koste van de verstaanbaarheid hoefde te gaan, en heeft de kerk schoorvoetend meerstemmigheid toegelaten. De mis kent de volgende delen: Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus en Agnus Dei
Een bejubelde opname; The Tallis Scholars olv Peter Phillips
Giovanni Gabrieli (ca1554/1557-1612); Andrea Gabrieli was vooral beroemd om zijn virtuoze orgelspel, Giovanni was vooral gekend als componist. Giovanni's componeerstijl verschilde nauwelijks van die van zijn oom, die hem de fijne kneepjes van het componeervak bijbracht. Giovanni heeft de techniek van meerkorigheid, de zgn cori spezzati verder uitgebouwd en verfijnd. Bij cori spezzati wordt gebruik gemaakt van twee koren, waardoor de toehoorder een soort stereo-effect ervaart. De grote San Marcobasiliek leende zich bij uitstek voor een dergelijke techniek. Giovanni's Sonate piane forte was het eerste gedrukte werk, waarin aanwijzingen voor speelwijze waren opgenomen, zeg maar de eerste keer dat er dynamische tekens in druk werden gebruikt, al ging dat niet verder dan aanwijzingen als tutti (allemaal) of solo (een stem speelt alleen). Net als Andrea was Giovanni een vooraanstaand en invloedrijk leraar.Giovanni trad, na omzwervingen en aanstellingen elders in Europa, in de voetsporen van zijn oom Andrea; organist van San Marco in 1584 (een positie die permanent werd gemaakt in 1585) tot aan zijn dood in 1612. In het jaar 1585 dienden de twee Gabrielis enkele maanden samen als organisten in de basiliek. Giovanni omschreef zichzelf als "iets minder dan een zoon" van Andrea, wiens muziek hij bewerkte voor publicatie in 1587, samen met enkele van zijn eigen werken..
Giovanni Gabrieli zette zijn koren en ensembles op de verschillende galerijen van de San Marco kerk. Dergelijke dubbel-, of meerkorige (ook wel; antifonale composities, of wisselzang met vraag en antwoord) zijn kenmerkend voor de Venetiaanse school.Een dubbelkoor is een combinatie van twee koren die samen één muziekstuk uitvoeren dat voor deze combinatie is geschreven. Een muziekstuk voor een dubbelkoor heet een 'dubbelkorig' muziekstuk, waarbij de twee koren elkaar afwisselend toe zingen/spelen, maar soms ook samen zingen/spelen.