Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 36
Deze aflevering met muziek uit Groot-Brittannië is in zijn geheel gewijd aan onbetwist de grootste (in Engeland geboren) componist uit de Engelse barok, die gedurende de tweede helft van de zeventiende eeuw het muzikale leven in Engeland helemaal domineerde;
Henry Purcell (1659-1695).
Purcell neemt een dermate belangrijke en unieke plaats in de Engelse muziekgeschiedenis in, dat velen van mening zijn dat er ná Purcell lange tijd geen componist meer geweest is van hetzelfde statuur als Purcell. Hij wordt door veel muziekwetenschappers dan ook als de grootste componist uit de Engelse muziekgeschiedenis gezien. Met de hoogste achting zeggen de Engelsen dan ook liefdevol over Purcell; "a spring never followed by summer".
In zijn vroege periode schreef Purcell voornamelijk religieuze anthems.
Later schreef hij één volwaardige opera, die zijn meest geliefde werk zou worden, de nog altijd vaak uitgevoerde Dido and Aeneas, en verder Ode's, fantasia's, honderden één-en-meerstemmige religieuze en wereldlijke liederen, waarvan er een aantal een zéér bedenkelijke reputatie hebben.........
Maar Purcell componeerde ook toneelmuziek, vijf semi-opera's, kamermuziek waaronder oa de populaire Sonnata's of three Parts en Sonnata's of Four Parts.
In zijn veel te korte leven componeerde Purcell dus een even veelzijdig, als belangrijk en indrukwekkend oeuvre, en daaruit heb ik voor u een willekeurige selectie gemaakt.
*Purcell werd geboren in een muzikaal gezin; zijn vader was als muzikant lid van de Chapel Royal. In 1682 kwam Henry als koorknaap ook in dienst bij de Chapel Royal en later als officiële organist (één van de drie). Bij zijn functie als organist hoorde ook dat hij de orgels en de blaasinstrumenten van de Westminster Abbey moest stemmen en onderhouden.
Al tijdens zijn leven genoot Purcell al grote populariteit en noemde men hem bewonderend Orfeus Britannicus (naar de Griekse mythologische figuur Orpheus) .Purcell's composities worden als zeer belangrijk voor het barokrepertoire gezien, en zijn werken worden nu nog altijd dikwijls uitgevoerd en opgenomen.
Zijn muziek is, omdat king Charles II, één van zijn broodheren nogal van de Franse muziekstijl gecharmeerd was, sterk beïnvloed door de Franse componisten Lully en Rameau, maar ook door de Italiaan Monteverdi en de indrukwekkende Venetiaanse school (in de kerstspecial te beluisteren).
**De mars, overduidelijk beïnvloed door de Franse stijl, uit de "Duke of Gloucester's Birthday Ode" is een feestelijke Ode van koninklijke allure.
Purcell schreef dit werk (de laatste Ode die hij voor de koninklijke familie componeerde) voor de zesde verjaardag van de hertog van Gloucester. Dit jonge manneke had als enige afstammeling van de toekomstige koningin Anne de kindertijd overleefd, en hij was daarmee automatisch de eerste in lijn van de troonopvolging. Het verhaal gaat dat de hertog om "veel trompetten" vroeg, en dat is in deze Brithday-ode dan ook goed te horen. De prachtige muziek ten spijt, is de hertog in 1700 alsnog op de veel te jonge leeftijd van elf jaar overleden.
Een Ode werd bij bijzondere gelegenheden, als hommage aan een vorstelijk persoon of als lofzang ter ere van een heilige uitgevoerd. De teksten kwamen uit de ganzenveer van Engelse dichters.
*Na de vroegtijdige dood van hun vader werden de kleine Henry en zijn twee broers deels door een oom opgevoed. Purcell was pas negen jaar toen hij zijn eerste lied, waarschijnlijk een verjaardagslied voor de koning componeerde.
Purcell zou zijn hele verdere leven aan het Engelse hof werken en onder maar liefst vier vorsten dienen. Als componist/organist van de kapel van de Westminster Abbey was hij oa verantwoordelijk voor de muziek die bij de inauguraties en uitvaarten van drie Engelse vorsten klonk.
De muziek van Purcell en zijn tijdgenoten is niet te begrijpen zonder enige kennis van de godsdienstige en politieke situatie in het Engeland (samen met Schotland, Wales en Ierland) van die tijd. De politieke en religieuze partijen (katholieken, protestanten en anglicanen) wisselden nogal eens van macht en invloed. Door al die grote en vaak zéér langdurige (geloofs-)twisten hadden kunstenaars vaak moeite de juiste broodheer te vinden. Om hun baan te houden of om opdrachten te ontvangen, moesten ze zich goed weten aan te passen aan de wensen van de politieke of religieuze partij die op dát moment de touwtjes in handen had. Zie m.b.t. dit onderwerp ook aflevering 35.
**Veel componisten hebben fantasies, fantasias of fantaisies geschreven. Deze muziekwerken, in een vrije vorm zonder een vastomlijnde structuur, verschijnen voor het eerst in de vroege barok-periode.
In Engeland waren in de 16e en 17e eeuw gambaconsorten (ensembles van verschillende gamba's) populair.
De Fantasias van Purcell voor 3 tot 7 gamba's (viola da gamba) zijn waarschijnlijk in een razend tempo, in de zomer van 1680 geschreven en kenmerken zich door hun schijnbare eenvoud.
**Een zéér select gezelschap gamba-spelers met diverse Fantasias;
De viola da gamba (Italiaans; beenviool) is een strijkinstrument met meestal zes, soms vijf of zeven snaren, dat afkomstig is van de vihuela de arco; een gitaarachtig instrument. De grotere exemplaren worden tussen de benen geklemd.
*Ode to St. Cecilia "Hail! Bright Cecilia"Hail!; Purcell is een van de vele componisten die een muziekstuk hebben geschreven ter ere van deze patroonheilige van de muziek. Hij heeft er maar liefst vier voor geschreven, maar deze dertiendelige Ode uit 1692, op tekst van de Ier Nicholas Brady zou, door de afwisseling van zachte melancholie, grootse triomf, hemelse vreugde en oorlogszuchtige bombast al snel één van zijn bekendste en meest geliefde Ode's worden en dat tot op de dag van vandaag ook blijven.
Purcell heeft met de, zeker voor díe tijd uitgebreide bezetting van zes solisten, koor, strijkers, drie blokfluiten, twee hobo’s, twee trompetten, pauken en basso continuo een grandioos en feestelijk muziekstuk, een onvergetelijke lofzang op de muziek gemaakt.
**Het op authentiek instrumentarium spelende Ensemble Correspondances olv Sébastien Daucé, in een prachtige live-opname van;
Ode to St. Cecilia "Hail! Bright Cecilia"Hail! Z.328
I. Symphony (Overture), II. "Hail! Bright Cecilia", III. "Hark! hark! each tree" ,
IV. "'Tis nature's voice", V. "Soul of the world!", VI. "Thou tun'st this world",
VII. "With that sublime celestial lay" , VIII. "Wondrous machine!", IX. "The airy violin",
X. "In vain the am'rous flute", XI. "The fife and all the harmony of war",
XII. "Let these among themselves contest", XIII. Chorus: "Hail! Bright Cecilia"
St. Cecilia is een vroegchristelijke martelares waarvan het verhaal teruggaat tot de Romeinse tijd. Op het belijden van de toen nieuwe religie, het christendom stond nog de doodstraf. Pas in de 15e eeuw is St. Cecilia de patrones van muziek en muzikanten geworden. Na verloop van tijd werd haar feestdag gevierd met speciale werken die ter ere van haar gecomponeerd werden en die allemaal de kracht van muziek prezen.
**Purcell's hele muzikale leven speelde zich in een uiterst prestigieuze nobele omgeving af, maar dat weerhield hem er niet ook een behoorlijk aantal, vaak obscene drinkliederen; de zogenaamde catches te componeren.
Twee liederen met een bedenkelijke reputatie waarvan "Pox on you", met de beroemde winden- en boerpartijen het beruchtst is............
**Julia (kiss my Arse), Z.265 (1693)
Once, twice, thrice I Julia tried.
The scornful puss, as oft denied.
And since I can no better thrive,
I'll cringe to ne'er a bitch alive.
So kiss my arse, disdainful sow,
Good claret is my mistress now.
**Pox on You, Z.268 (1693);
Pox on you for a fop, your stomach's too queasy.
Cannot I belch and fart, you coxcomb to ease me?
What if I let fly in your face and shall please ye?
Fogh, fogh, how sour he smells. Now he's at it again.
Out ye beast, I never met so nasty a man.
I'm not able to bear it, what the devil d'ye mean?
No less than a Caesar decreed with great reason,
no restraint should be laid on the bum or the weason,
for belching and farting were always in season.
*Purcell's feestelijke Sonate voor trompet, Z. 850, voor trompet, twee violen, altviool en basso continuo, is een van twee van dergelijke werken van zijn hand. Men vermoed dat deze opgewekte sonate oorspronkelijk bedoeld was als openingsdeel van de Nieuwjaars-Ode uit 1693, waarvan alleen de tekst nog bekend is.
De muziek voor of met trompet die Purcell aan het eind van zijn leven schreef, was allemaal geschreven met John Shore als inspiratiebron.
John Shore [c.1662-1752]; de meest gevierde trompettist uit een familie van drie toonaangevende trompettisten, was één van de beroemste trompettisten van die tijd.
Hij ontwikkelde een musiceerstijl waardoor de trompet, tot dan toe een puur militair instrument, in het orkest kon worden toegepast.
**In een uitvoering door Musica Amphion; deze Sonate in D voor Trompet en strijkers, Z.850 (1693)
I; Allegro, II; Adagio, III; Allegro
*Purcell schreef zijn enige opera, het meesterwerk Dido and Aeneas, Z. 626 (1689), op een libretto naar het boek Aeneis van Vergilius van de Ierse dichter Nahum Tate (1652-1715) voor een kostschool voor adelijke meisjes; de Josias Priest's School for Young Ladies in Chelsea. Alle rollen waren dan ook voor meisjes geschreven en ook door hen uitgevoerd. Alleen de rol van Aeneas was voor een man/jongen geschreven en werd voor die gelegenheid hoogstwaarschijnlijk door Purcell zélf gezongen.
Dit monumentale werk, met een speelduur van ongeveer een uur, is één van Purcell's belangrijkste theaterwerken en staat bekend als één van de eerste Engelse opera's.
**Dido and Aeneas, Z. 626 (1689); in een schitterende studio-opname door solisten, het Clare College Chapel Choir en het Orchestra Of The Age Of Enlightenment olv René Jacobs;
De inhoud van Dido and Aeneas is vrij eenvoudig, maar met veel kommer en kwel, een storm en een zelfmoord tot slot is het een écht drama; Dido, koningin van het mythologische Carthago, wordt verliefd op Aeneas, de Trojaanse held en legerleider. Hun geluk is van korte duur en wordt ruw verstoord doordat de ondergang van Carthago wordt voorspeld. Dido en Aeneas slaan op de vlucht. Wanneer Aeneas haar verlaat om naar zijn vaderland terug te keren en zijn geliefde in de steek laat, pleegt Dido uit woede en verdriet zelfmoord...........
De hartverscheurende slot-aria; "When I am laid in earth"; de prachtige en ontroerende klaagzang voor de stervende koningin is een echte klassieker uit het barokrepertoire geworden.
**Na zijn dood in 1695, liet Purcell een behoorlijk groot aantal partituren na, waaronder deze in 1683 voor het eerst uitgegeven Sonatas in Four Parts. In deze originele en voor die tijd verrassende Sonatas in een verfijnd, hoofs muzikaal idioom, laat Purcell horen dat hij goed op de hoogte moet zijn geweest van de Franse en Italiaanse stijlen die in de laatste decennia van de 17e eeuw in Londen de "laatste nieuwe muzikale mode" waren.
**Toen queen Mary II overleed, was Purcell organist van Westminster Abbey.
De koningin had te kennen gegeven dat ze geen prijs stelde op een staatsbegrafenis. Desondanks vond die op 5 maart 1695 tóch plaats, en Purcell, die verantwoordelijk was voor de muziek, componeerde er de beroemde Funeral Anthems for Queen Mary/Muziek voor de uitvaart van koningin Mary voor.
Dit prachtige werk wordt tot één van de hoogtepunten uit Purcells oeuvre gerekend.
Niet veel later dat jaar, in november zou deze glorieuze, sombere anthem tijdens Purcell's éigen uitvaart klinken. Hij overleed op het hoogtepunt van zijn glansrijke carrière aan een flinke verkoudheid of longontsteking. Hoe hij die opgelopen heeft is niet helemaal duidelijk, maar er circuleren hardnekkige, tot op de dag van vandaag onopgehelderde geruchten dat Purcell ziek geworden zou zijn, nadat zijn vrouw hem had buitengesloten................
**In een prachtige live-opname door Le Poème Harmonique, gedirigeerd door Vincent Dumestre, deze plechtige muziek van koninklijke allure;
Music for the funeral of Queen Mary, Z 860;
I. March, II. "Man that is born", III. Canzona, IV. "In the midst of life, we are in death",
V. Canzona, VI. "Thou knowest, Lord, the secrets of our hearts", VII. March
Anthem; is typisch Engelse kerkmuziek, vaak in grote bezetting, voor koren, die bij feestelijke gelegenheden en begrafenissen in de ochtend - en avonddiensten van de Anglicaanse kerk uitgevoerd werd. Niet alleen Purcell schreef bekende anthems, maar bijv. ook Thomas Tallis, William Byrd (muziek van deze grote componisten is in aflevering 35 te beluisteren). Maar ook de in Duitsland geboren, Georg Friedrich Händel wist er wel raad mee; hij componeerde de beroemde, schitterende Coronation Anthem.
Purcell werd naast "zijn" orgel in de Westminster Abbey begraven.
Dat hij in de Westminster Abbey te ruste werd gelegd, is geen toeval; daar werden als groots eerbetoon ook andere grote cultuurdragers bijgezet.
Op Purcell's grafsteen staat te lezen: "Here lyes Henry Purcell Esq., who left this life and is gone to that blessed place where only his harmony can be exceeded."
**De Amerikaanse dirigent/musicoloog Franklin B. Zimmerman is een authoriteit op het gebied van barokmuziek, en is gespecialiseerd in de muziek van Purcell. Hij is dan ook het meest bekend om zijn volledige catalogus van de werken van Purcell; elk werk in de catalogus heeft een "Z-nummer" (afgeleid van de achternaam van Zimmerman) gekregen.