Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 33
Olivier Messiaen; compositeur de musique, professeur de composition, organiste, ornithologue et rythmicien; zo prees deze wereldvermaarde componist, organist, vogeldeskundige en muziektheoreticus zichzelf aan op zijn visitekaartje.
Deze lange aflevering is in zijn geheel gewijd aan één van de grootste, en wat mij persoonlijk betreft; één van de meest fascinerende componisten uit de twintigste eeuw;
Olivier Messiaen (1908-1992).
Zijn muziek is vanwege zijn geheel eigen uiterst unieke muzikale taal, die je gerust extatisch en zelfs overdonderend mag noemen, moeilijk in een hokje te plaatsen. Messiaen is dan ook één van de ongewoonste (óf misschien beter; meest eigengereide?) maar zeker één van de invloedrijkste componisten van de vorige eeuw.
Messiaen had een bijzondere gave. Hij was synestheet; bij het horen of lezen van muziek zag hij letterlijk wonderbaarlijk mooie en zeldzaam gevarieerde kleuren; "elke muzikale uiting onderga ik niet slechts als muziek, doch tevens als een kleur-belevenis. Combinaties van deze kleuren zijn belangrijk in mijn compositieproces".
In sommige partituren noteerde hij de kleuren in de muziek (met name in Couleurs de la cité céleste en Des canyons aux étoiles ... ); hiermee wilde hij de dirigent helpen bij de interpretatie in plaats van te specificeren welke kleuren de luisteraar zou moeten ervaren. De aanwijzingen konden variëren van eenvoudig (bijv. "goud en bruin") tot uiterst gedetailleerd (bijv. "blauwviolette rotsen, gespikkeld met kleine grijze blokjes, kobaltblauw, diep Pruisisch blauw, benadrukt door een beetje violetpaars, goud, rood, robijn, en sterren van mauve, zwart en wit. Blauwviolet is dominant")..............
Olivier Messiaen heeft een wat bijzondere plek in de muziekgeschiedenis. De componist is weliswaar een van de vele vernieuwers uit de twintigste eeuw, maar is moeilijk in te passen in een genre, stijl of stroming. Los van iedere gangbare muziektheorie of -vernieuwing vormde de zeer religieuze Fransman een compleet nieuwe en eigen muzikale taal. Ritme, harmonie en melodie baseerde hij niet alleen op Europese, maar ook op onder andere Griekse, kerkelijke en Hindoestaanse muziek. Zijn toonladders, – of ‘modes à transposition limitée’ (beperkt transponeerbare modi) zoals Messiaen ze zelf noemde – lijken wellicht in de verte wat op die van Debussy of Stravinsky, maar zijn er eigenlijk niet mee te vergelijken. In de muziek van Messiaen is het vertrouwde gevoel van richting, spanning en zekerheid compleet verdwenen. Het lijkt wel alsof de buitenaardse klankkleuren naar de hemel en de oneindigheid reiken. Ook met het ritme deed Messiaen iets nieuws. Door noten net iets langer of korter te maken dan gebruikelijk, de zogenaamde "valeur ajoutée/toegevoegde waarde" verliezen we ons gevoel van metrum en wanen we ons in een tijdloze ruimte.
Hij was dan ook niet zómaar 'n componist; door velen werd en wórdt hij gezien als een absolute visionair, dé muzikale grootmeester van de twintigste eeuw die, ondanks dat hij naar eigen zeggen geen gelovige ouders had, maar wél gelovig geboren werd, religieuze muziek voor de concertzaal componeerde.
Zijn werken, die ongeschikt voor liturgisch gebruik werden/worden gevonden, worden wel eens als "muziek voor lichamelijke en spirituele zintuigen" omschreven.
Messiaen, die een diepgelovig mens was, noemde zichzelf een "theologisch” toonkunstenaar maar ontkende dat hij een mysticus was. “Ik heb het geluk katholiek te zijn,” Ik ben gelovig geboren en het schijnt dat heilige teksten mij vanaf mijn vroegste jeugd bijzonder getroffen hebben. Een aantal van mijn werken is dus voorbestemd theologische waarheden van het katholieke geloof in het licht te zetten. Dat is het belangrijkste aspect van mijn oeuvre, het meest nobele en ongetwijfeld het meest nuttige en waardevolle; het enige wellicht waar ik wanneer ik sterf geen spijt van zal hebben.........Mijn geloof is het grote drama van mijn leven. Ik ben een gelovige, dus ik zing woorden van God voor degenen die geen geloof hebben. Ik geef vogelgezang aan degenen die in steden wonen en ze nog nooit hebben gehoord, maak ritmes voor degenen die alleen militaire marsen of jazz kennen, en verf kleuren voor degenen die er geen zien".
Zijn leven lang was hij organist van de Parijse Trinité, waar hij al improviserend tot een orgeloeuvre kwam dat zijn gelijke niet kent. Messiaen was dan ook een geniale klankvinder, en doordat hij als een van de weinige moderne componisten in staat bleek te zijn góede toegankelijke, uiterst persoonlijke sterk religieus getinte muziek te componeren, was en ís hij nog altijd, bij miljoenen bewonderaars verspreid over de hele wereld ongekend populair. En dat is op zijn minst opvallend te noemen, want zijn muziek is zeker niet erg toegankelijk of simpel, integendeel.
Messiaen's enorme populariteit zou volgens kenners verklaard kunnen worden uit het feit dat zijn muziek naadloos aansloot bij de naoorlogse vlucht in pseudoreligieuze mystiek als alternatief voor kerkbezoek. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor de muziek van de Estse componist Arvo Pärt, de Brit John Tavener, de Amerikaan Eric Whitacre; ook zij componeren (pseudo)religieuze/mystieke muziek waartoe zeer velen zich aangetrokken voelen! Maar wie níet voor die mystieke aspecten van Messiaens muziek openstaat zal zijn muziek langdradig, misschien wel irritant of zelfs kitscherig kunnen vinden. Sommigen noemen hem zelfs een charlatan! Voor de één zal zijn unieke en ongeëvenaarde klankwereld ergernis en voor de ander zal die ongeremd enthousiasme oproepen.
Maar het curieuze is dat musici meestal uiterst lovend over Messiaen's muziek zijn, en niet alleen vanwege de in technisch opzicht perfecte en virtuoos geschreven partituren............
Om een u een indruk te geven van de immense populariteit van de muziek én het orgelspel van Messiaen; een verslag van de eerste uitvoering van zijn Livre d’ orgue (de wereldpremière ervan had hij al in 1953 te Stuttgart gespeeld) in de Eglise de la Trinité in Parijs op 21 maart 1955, waarbij Messiaen zélf het orgel bespeelde; ......."Boulez, de artistieke leider van Domaine musical, en Messiaen hadden in hun bescheidenheid gerekend op een maximum aantal van circa driehonderd belangstellenden; ze lieten dan ook slechts een kleine deur openen, die zich in de smalle Rue de la Trinité opzij van het koor der kerk bevond; echter, gedurende de typisch Parijse tien minuten, d.w.z. tussen de vijf minuten vóór en de vijf minuten na de aangekondigde begintijd, verzamelden zich ruim tweeduizend mensen bij de ingang; er ontstond in het straatje een onbeschrijfelijke opstopping; de politiecommandant André Dubois, die, als groot liefhebber van moderne muziek, buiten dienst naar het concert kwam, moest zich op zijn functie beroepen, teneinde niet plat gedrukt te worden; Messiaen verloor in het gedrang twee knopen van zijn overjas en kon pas naar binnen komen na geroepen te hebben, dat zonder hem het concert niet kon beginnen en dat hij tien minuten nodig had om de registratie klaar te zetten; het concert ving veertig minuten te laat aan, hetgeen zelfs voor Parijs een ongewone vertraging betekent; en omdat men in een kerk nu eenmaal niet applaudiseert, kon het publiek op geen andere wijze uiting geven aan zijn enthousiasme dan door Messiaen een waarlijk grandioos uitgeleide te doen, waarbij zijn vrienden met moeite een doorgang konden vrijhouden naar de taxi, die in de Rue Blanche wachtte, om hem weg te rijden." Harry Mayer (Het Orgel, september 1967).
Toen Messiaen in 1961 door muziekcriticus en radiopersoonlijkheid Claude Samuel werd gevraagd welke raad hij zou geven aan een muziekliefhebber die kwam luisteren naar een werk van hem dat op het eerste gehoor moeilijk zou zijn, antwoordde Messiaen dat de luisteraar onbevangen moest komen; luisteren met een "virginité d’oreille/maagdelijk oor".
De interviewer vroeg verder: "Hij moet een schok horen?"
Waarop Messiaen (met klem) antwoordde : "Ja! Een schok!"
Claude Samuel; Olivier Messiaen, Music and Color; conservations with Claude Samuel.
Volgens Messiaen moest muziek aan drie afzonderlijke criteria voldoen: het moet interessant zijn, mooi om naar te luisteren, maar het moet bovenal de luisteraar raken. En dat laatste criterium is op al zijn werken van toepassing, want wélke emotie Messiaen's muziek, waarin al zijn activiteiten en interesses, zoals op zijn visitekaartje vermeld staan duidelijk een prominente plaats innemen, ook bij je oproept; het laat je nooit onberoerd!!
Uit Messiaen's enorme oeuvre, bestaande uit; *17 orkestwerken waarvan verschillende met zeer uitgebreide piano-solopartijen, *13 pianowerken, *13 orgelcomposities, *13 vocale werken waarvan 3 met orkest, *9 kamermuzikale werken en één kolossale opera, en nog vele, door Messiaen zélf als ongeschikt bevonden en (dús) ongepubliceerd gebleven werken, heb ik een aantal grandiose werken voor u geselecteerd die misschien niet altijd even makkelijk in het gehoor zullen liggen, maar ongetwijfeld overweldigend zullen zijn en die hopelijk een goed beeld zullen schetsen van het genie Olivier Messiaen!
Allereerst staan er 3 machtige orgelwerken voor u klaar, waarna "achtergrondmuziek" voor fonteinen volgt. Vervolgens kunt u gaan luisteren naar een iconisch kamermuziekwerk waarin hemelse klanken uit de hel te horen zijn; dit werk is één van de bekendste kamermuzikale klassiekers uit de 20e eeuw geworden; het altijd weer aangrijpende Quatuor pour la fin du Temps/Kwartet voor het einde der tijden.
Daarna kunt u gaan genieten van een paar schitterende fragmenten uit zijn kolossale opera over de heilige Franciscus van Assisië.
Deze lange aflevering wordt afgesloten met één van dé absolute meesterwerken van de klassieke muziek uit de 20e eeuw; de spetterende en van levensvreugde overlopende Turangalîla-symfonie. Deze “Hymne à la joie”, want zo noemde de componist dit 10-delige gigantische werk, is Messiaen's grandioze ode aan de liefde.............
*Messiaen ging al op elf-jarige leeftijd, vanaf 1919 tot 1931 studeren bij Marcel Dupré (orgel) en Paul Dukas (compositie) aan het Parijse conservatorium. Met name door deze twee docenten werd Messiaen gestimuleerd ook andere dan de klassieke westerse muziek te bestuderen; zo maakte Messiaen kennis met en raakte hij gefascineerd door oude Griekse toonsoorten en ritmes én Franse volksmuziek. Tijdens zijn latere jaren aan het conservatorium begon hij dan ook aan een uitgebreide privéstudie van oosterse ritmes en microtonale muziek (die intervallen gebruikt die kleiner zijn dan een halve toon).
Messiaen bedacht een heel eigen systeem van ritmes, toonladders en klanken. Zijn kennis van Indiase en antieke Griekse muziek was ongeëvenaard.
Hij was een fervent vogelliefhebber (hij was lid van verschillende ornithologische verenigingen)en was al van jongs af aan al door vogels gefascineerd, hij trok regelmatig de natuur in om vogelzang te noteren, zeker nadat zijn leraar Dukas, leerlingen aanspoorde "naar de vogels te luisteren" . Zijn muziek zit dan ook vol met vogel- en andere natuurgeluiden; "De natuur, de zang van de vogels! Dat is mijn passie en mijn toevluchtsoord".
Hoewel Messiaen tot een geweldig pianovirtuoos gevormd werd, vond Messiaen dat hij in de eerste plaats tóch een organist was. Later, in 1931 hoorde hij voor het eerst een gamelangroep, waardoor zijn interesse in het gebruik van gestemde percussie ontstond, dat in veel van zijn werken óók een prominente rol zou gaan spelen.
Vanaf mei 1941, kort na zijn vrijlating uit krijgsgevangenschap ging Messiaen, tot zijn pensionering in 1978 zélf doceren aan het Conservatorium van Parijs. Van zijn leerlingen hebben oa; Pierre Boulez, Karlheinz Stockhausen, Iannis Xenakis, Kent Nagano, Toru Takemitsu en onze landgenoot Ton de Leeuw een wereldberoemde naam als componist opgebouwd.
In 1931 werd hij benoemd tot organist in de kerk van de belangrijke en prestigieuze Sainte-Trinité in Parijs. Deze post zou Messiaen ononderbroken tot aan zijn dood blijven bekleden. Hier kwam hij al improviserend op het prachtige orgel tot een orgeloeuvre dat zijn gelijke niet kent. Hij wordt dan ook niet voor niets de grootste orgelcomponist van de twintigste eeuw én zélfs de tweede grote orgelcomponist na Johann Sebastian Bach genoemd!!!
In het indrukwekkende (orgel-)oeuvre van Messiaen, dat als vernieuwend en zelfs revolutionair wordt beschouwd, speelt uiteraard de natuur, naast ritme en klankkleur een uiterst belangrijke rol. En over die kleuren (kleur en klank zijn in Messiaen's muziek onafscheidelijk) wordt dan ook niet voor niets geschreven dat Johann Sebastian Bach muzikale kathedralen bouwde, maar dat Messiaen er met zijn muzikale veelkleurige glas-in-lood ramen licht in heeft aangebracht Bij/door Messiaen is klank een kleur geworden”...........Messiaen;" ......elke muzikale uiting onderga ik niet slechts als muziek, doch tevens als een kleur-belevenis".
Organist Messiaen is bij het grote publiek bekend
geworden door opnamen uit 1956; hierin voert hij op "zijn"
drie-klaviers Cavaillé-Coll-orgel (meer daarover in aflevering 28) van de Sainte-Trinité zijn eigen tot dan
toe gecomponeerde orgelwerken uit.
Het orgel wordt, ook wanneer dat in een concertzaal te beluisteren is, door
zijn rol in de kerk door veel mensen nog altijd geassocieerd met religie, maar
voor Messiaen was dat instrument slechts 'n manier waarmee hij zijn vroomheid
kon verklanken. Zelfs in zijn wereldse composities, voor (kamer-)orkest zónder
orgel wist hij zijn devotie nóg hoorbaar te maken.
Door de ongrijpbare klanken van de geniale klankmagiër Messiaen besef je als
luisteraar bijna niet meer op welk instrument de muziek uitgevoerd wordt; het
overstijgt íeder instrument................
Luister bijvoorbeeld maar eens naar het hemelse Le banquet céleste/het
hemelse feestmaal uit 1928 dat
één van de vroegste orgelwerken en tevens het eerste gepubliceerde werk van
Messiaen is.
Dit werk heeft een extreem langzaam, bijna stilstaand tempo waardoor je het
gevoel van tijd kunt kwijtraken. Het begint met mysterieuze, als uit de verte
komende klanken waar later, als druppels klinkende, korte nootjes overheen
gespeeld worden. Velen menen in die korte nootjes "het drinken van Mijn
bloed" of vallende
bloeddruppels waar te nemen............
**Olivier Messiaen zélf aan het Cavaillé-Coll-orgel
met deze intense, meditatieve muziek; dit verstilde mystieke meesterwerk wordt,
samen met het hierna te beluisteren orgelwerk, de toegangspoort tot de
fenomenale klankwereld van Messiaen genoemd.
Le
banquet céleste/Het hemelse feestmaal (1928)
Orgelmuziek die met nadruk geïnspireerd is door de bijbel bestaat er maar weinig, maar bovenaan dit Le banquet céleste/Het hemelse feestmaal schrijft Messiaen een citaat uit het Johannes-evangelie; "Celui qui mange ma chair et boit mon sang demeure en moi et moi en lui/wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem". Overigens schreef Messiaen, om aan te geven welk mysterie er wordt behandeld vaak bijbelteksten als motto boven of onder zijn composities.
*Apparition de l'Église éternelle/Verschijning van de eeuwige kerk" is geïnspireerd op het 8e-eeuwse; Urbs beata Jerusalem. In deze Latijnse hymne wordt de hemel met een prachtige stad vergeleken, met de zielen van de gelovigen als de bouwstenen. Máár, om in elkaar te passen moeten die bouwstenen tijdens hun aardse leven worden gehamerd, gebeiteld en gepolijst.............Het gedreun van hamers is in de herhaalde basnoten terug te horen.............
Dit orgelwerk, dat zoals veel van Messiaen's muziek met recht ook wel met "sonische architectuur" wordt genoemd, is niet meer in één bepaalde maatsoort geschreven. Evenals Le banquet céleste heeft dit van iedere versiering ontdane korte werk een bijna stilstaand traag tempo. Het is in zijn geheel opgebouwd uit akkoordverschuivingen en herhalende pedaaltonen; bepalend is dat een aantal, tot orkaankracht aanzwellende akkoordreeksen met melodische bovenstemmen steeds terugkeren.
*Een magistrale uitvoering, wederom door meesterorganist Messiaen lui-même aan het Cavaillé-Coll-orgel van de Sainte-Trinité, van het bevreemdende, ietwat geheimzinnige;
*"La Nativité du Seigneur" is één van Messiaen's meest populaire orgelwerken waarin Messiaen in negen buitengewone meditaties, die eigenlijk visoenen of mystieke ervaringen zijn, het verhaal van de geboorte van Christus schetste. Het ging Messiaen in "La Nativité du Seigneur" niet om het kerstverhaal, maar om de religieuze beleving en betekenis van Kerst. Naast gezelligheid, lekker eten, de kerstboom en cadeaus, moest er volgens hem ook ruimte zijn voor spiritualiteit. Behalve religieuze thema’s en overdenkingen hebben ook zaken als glas in lood en de bergen Messiaen geïnspireerd tot deze monumentale orgelcyclus. Met "La Nativité du Seigneur" vestigde de pas 27-jarige componist definitief zijn naam als een van de muzikale titanen van de twintigste eeuw.
**Meesterorganist Olivier Latry laat het immense Cavaillé-Coll-orgel van de Notre Dame kathedraal in Parijs overweldigend dreunen in deze extatische opname van Messiaen's;
"Dieu parmi nous/God onder ons" (meditatie nr.IX) uit; "La Nativité du Seigneur/De geboorte van de Heer" (1935)
*Fête des belles Eaux/Festival (Feest) van prachtige Wateren; als onderdeel van de internationale tentoonstelling van kunst en technologie, die in 1937 in Parijs gehouden werd, vond er langs en in de Seine een "geluid en licht"-show plaats. In deze show werden fonteinen en vuurwerk gechoreografeerd op Fête des belles Eaux; muziek die Messiaen, op bestelling, speciaal voor deze gelegenheid componeerde.
In deze muziek met zijn voor díe tijd ongekende klanken laat Messiaen zijn voorliefde voor de ondes-Martenot, die hij ook in andere werken voorschrijft, duidelijk blijken, want hij schreef maar liefst zes ondes-Martenots voor!!
**Fête
des belles Eaux/Festival (Feest) van prachtige Wateren (1937); met
deze behoorlijk revolutionaire (welhaast psychedelische) muziek wilde Messiaen
het mysterie van water en de schittering van vuur over brengen
I; Premières Fusées/Eerste Raketten, II; L'Eau/Water, III; Les Fusées/Raketten,
IV; L'Eau/Water, V; Les Fusées/Raketten, VI; L'Eau/Water,
VII; Superposition de l'Eau et des Fusées/ Overlapping van water en raketten
VIII; Feu d'Artifice final/Laatste vuurwerk.
De Franse cellist Maurice Martenot (1898-1980) was de uitvinder van dit elektronische muziekinstrument; de ondes-Martenot (een van de eerste elektronische muziekinstrumenten, eigenlijk een vroege voorloper van de synthesizer).
Martenot kwam op het idee toen hij tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Franse leger werkte als radio-operateur. Hij kreeg daar de bijnaam le chien Mexicain/ Mexicaanse hond, vanwege zijn fascinatie voor het chihuahua-achtige bijgeluid dat vroeger het radioverkeer verstoorde.
Hij werd als liefhebber voor radio-techniek gegrepen door de storende bijgeluiden in het radioverkeer. In 1928 presenteerde hij zijn elektronische uitvinding dat zowel een toetsenbord heeft, waarmee slechts één noot tegelijk kan worden gespeeld (akkoorden zijn niet mogelijk), als een metalen ring had waarmee glijdende tonen (glissandi) en de kenmerkende, meeslepende vibrato-effecten gespeeld kunnen worden. Door het bedienen van knoppen kunnen toonhoogte en volume variëren.
De typerende "zingende zaag" klank en de uiterst expressieve mogelijkheden van de ondes Martenot hebben diverse componisten geïnspireerd tot het schrijven van muziek voor dit instrument. Messiaen was bijzonder geïnteresseerd in de ondes-Martenot, hij heeft dit instrument dan ook in meerdere composities een prominente rol gegeven. Een van de bekendste bespelers van de ondes-Martenot was Jeanne Loriod, de zuster van Messiaens tweede echtgenote.
Hier kunt u een boeiende video bekijken waarin diverse expressieve mogelijkheden van de ondes-Martenot gedemonstreerd worden;
*Het Quatuor pour la fin du temps/Kwartet voor het einde der tijden werd op een wel heel bijzondere periode van zijn leven en op een heel bijzondere plaats gecomponeerd.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moest Messiaen gaan dienen in het Franse leger. Hij werd gevangengenomen en in 1940 naar Görlitz (een klein stadje ten oosten van Dresden) gebracht en werd daar opgesloten in Stalag VIII-A .
Onder de vele medegevangenen waren Jean le Boulaire; een violist, Étienne Pasquier; een cellist en Henri Akoka; een klarinettist. Messiaen had "geluk", want zoals ook in andere concentratiekampen was de kampleiding in Görlitz soms heel tolerant jegens muziek en musici; zo kreeg Messiaen geregeld wat muziekpapier en mocht hij componeren.
De totstandkoming én wereldpremiere van dit grandioze, emotionerende werk vonden onder erbarmelijke omstandigheden plaats. Op een ijskoude dag in januari 1941 vond dan de première plaats. Messiaen bespeelde een gammele piano, waarvan sommige toetsen bleven hangen en de cellist beschikte over een instrument met slechts drie snaren. Een verslag meldt dat het publiek bestond uit meer dan 5000 mede-gevangenen.
Messiaen; ".......Nooit is er met meer begrip en aandacht naar mijn muziek geluisterd........"
Bovenaan de partituur schrijft Messiaen een citaat uit de Openbaringen van Johannes waarin de engel van de Apocalyps uitroept: "Er zal niet langer van tijd sprake zijn".
Messiaen verklaarde later dat hij niet de Apocalyps zelf wilde beschrijven, maar juist het einde van de tijd, het tijdloze koninkrijk Gods dat daarna ligt. Ondanks een aantal geagiteerde/nerveuze passages, die bijvoorbeeld het onvolmaakte heden of een nachtmerrieachtige droom over de Apocalyps uitdrukken, straalt het werk als geheel een serene rust uit.
Het kwartet heeft acht delen/meditaties (7, het heilige getal, plus 1, de eeuwigheid, de eeuwige rust, Gods koninkrijk) waarin wederom verschillende kenmerken van Messiaen's muziek, zoals vogelgezang, Oosterse rythmiek (die onze oren een onbestemd gevoel geeft) en zijn welhaast extatische, onwrikbare katholieke geloofsbeleving te ontwaren zijn.
Het kwartet bereikt zijn hoogtepunt in het achtste en laatste deel, "Louange à l'immortalité de Jésus/Lofzang op Jezus’ onsterfelijkheid". Dit is een uitgebreide meditatie van de viool waarin het instrument met prachtige, eindeloos langzame melodische lijnen langzaam naar zijn allerhoogste register wordt gebracht bij wijze van ten hemel opstijging waarmee Messiaen een meditatieve gevoel van tijdloosheid bereikt. De finale getuigt ook van Messiaens eigen diepgewortelde spiritualiteit. Messiaen; ‘ik hoor bekende akkoorden en melodieën, ik zie bekende kleuren en vormen; vervolgens glijd ik buiten de werkelijkheid en kom ik terecht in een extase, een draaikolk van bovenmenselijke geluiden en kleuren. Deze vurige zwaarden, deze stromen van blauw-oranje lava, deze sterren; dit is het duizelingwekkend wervelen van regenbogen!"
Quatuor pour la fin du temps/Kwartet voor het einde der tijden weet nog altijd diep, zéér diep te ontroeren en het laat steevast een onuitwisbare indruk achter op het publiek.
**Antje Weithaas-viool, Sol Gabetta-cello, Sabine Meyer-klarinet, Bertrand
Chamayou-piano in een live-uitvoering van het hartverscheurende; Quatuor pour la fin du temps/Kwartet voor het einde der tijden (1941);
I. Liturgie de crystal/Kristallen liturgie,
II; Vocalise pour l'ange qui annonce la fin du temps/
Vocalise voor de engel die het einde der tijden aanzegt,
III; AbÎme des oiseaux/Afgrond van de vogels
IV; Intermède/Tussenspel,
V; Louange à l'éternité de Jésus/Lofzang op Jezus’ eeuwigheid,
VI; Danse de la fureur, pour les sept trompettes/
Dans van de woede, voor de zeven bazuinen,
VII; Fouillis d'arcs-en-ciel, pour l'ange qui annonce la fin du temps/
Wervelingen van regenbogen, voor de engel die het einde der tijden aanzegt,
VIII; Louange à l'immortalité de Jésus/Lofzang op Jezus’ onsterfelijkheid
**Saint François d'Assise; deze kolossale, maar majestueuze opera (sommigen noemen het een geënsceneerd oratorium), waaraan hij in totaal zo'n acht jaren werkte, is het onbetwiste hoogtepunt in het oeuvre van Messiaen.
Voor Messiaen, waarvan de meeste van zijn werken in het licht van de schoonheid van de schepping stonden, en dan met name het gezang van de vogels, was de keuze voor het onderwerp voor deze opera, nl; Franciscus van Assisië, zeker geen toeval; het is bekend dat Franciscus met de vogels sprak! Om zich helemaal in te leven reisde Messiaen zelfs naar Assisië om daar het gezang van de vogels te bestuderen. Het getjilp van vogels kreeg, net als de ondes-Martenot, dan ook een prominente rol in deze opera.
Alles wat Messiaen muzikaal te zeggen had, komt hierin samen, en dat dan ook nog eens in een ongekende monumentaliteit. Met soms heftige klanken schildert hij de ontberingen van het aardse leven en de problemen om ondanks alles te geloven in een goedwillende God. De partituur bestaat uit maar liefst 16 banden en weegt maar liefst zo'n 23 kilo! Het oorspronkelijke idee van een bezetting met een koor van vijfhonderd zangers, een gigantisch orkest met 68 strijkers, 22 houtblazers, 16 koperblazers en een zeer uitgebreide slagwerksectie heeft Messiaen moeten laten varen, want bij de voorbereidingen van de wereldpremière in 1983, bleek dat de Opéra in Parijs (die de opdracht tot deze opera had verstrekt) veel minder zangers en een kleiner orkest kon of wilde betalen.
Een ander probleem is dat de zanger die de heilige Franciscus moet vertolken, een monsterlijk zware rol heeft; hij staat namelijk maar liefst vier van de vijf uren die de opera duurt, op het podium! Daar bovenop komt ook nog eens een praktisch probleem, want in de meeste operahuizen past een zo'n monsterlijk groot orkest gewoon niet in de orkestbak.........'Ik ben bijna zeventig en dan heb ik het recht om extravagant te zijn,'' zei Messiaen.
Heel in het kort gaat de opera (in acht tableaus, verdeeld in drie aktes) over de zoektocht naar innerlijke rust in het laatste deel van het leven van de monnik die later heilig verklaard werd; Franciscus vertelt een broeder over de vreugde van het lijden voor Christus; hij overwint zijn afkeer van een melaatse en geneest hem met een kus; hij wordt toegezongen door een engel; hij predikt tot de vogels; hij ontvangt de stigmata; hij sterft en ontvangt nieuw leven.
Ondanks de ongelooflijke kracht van deze opera, waarvoor Messiaen zowel het libretto als de partituur schreef!! gaat er een zekere sereniteit van uit. En wanneer je je eenmaal kunt overgeven aan de sfeer van de opera, zul je overweldigd worden door haar schoonheid en kracht.
*uit; Saint François d'Assise (1983); In de internationaal bejubelde opname, gemaakt door; José van Dam-bariton als Sint Franciscus, Arnold Schoenberg Koor, Hallé Orkest olv Kent Nagano
*Met zijn Turangalîla-symfonie zette Messiaen het symfonisch denken in de twintigste eeuw op zijn kop zette. De naam Turangalîla komt uit het Sanskriet en betekent zoveel als ‘liefdeslied en hymne van vreugde, tijd, beweging, ritme, leven en dood’. Messiaen onderzoekt in deze epische symfonie dan ook het onderwerp liefde en dood.
Messiaen; "..........Turangalîla betekent tegelijkertijd liefdeslied, vreugdeshymne, tijd, beweging, ritme, leven en dood", en in het slot van deze grandioze symfonie, klinkt dat allemaal tegelijk. Eigenlijk is Turangalîla een meditatie over de vreugde van de liefde voor groot orkest.
Dit werk was het resultaat van een opdracht van het Boston Symphony Orchestra van dirigent Serge Koussevitsky die Messiaen de benijdenswaardige opdracht gaf om "zoveel instrumenten te kiezen als je wilt, een werk te schrijven zo lang als je wilt, en in de stijl die je wilt".
Evenals Debussy en Ravel zocht Messiaen naar mogelijkheden om een grootschalig orkestwerk te kunnen componeren dat weliswaar samenhangend was, maar dat door zijn andere vorm en harmonische structuur afwijkend zou zijn van de Oostenrijks-Duitse symfonische tradities. De vrije compositie-opdracht resulteerde in deze 10-delige symfonie die, ondanks het feit dat er overblijfselen van traditionele symfonische vormen in zijn verwerkt, dus geen symfonie in de conventionele zin is. Met complexe hindoeïstische en Griekse ritmes en vogelgezang is de Turangalîla-symfonie een enorm gedurfd en tegelijkertijd optimistisch werk dat zowel het menselijke als het goddelijke bestaan viert. Messiaen werkte aan deze partituur van1946 tot en met 1948. Turangalîla is geschreven voor een groot orkest van ruim honderd man, en vereist wel acht tot elf slagwerkers. De prominente rol van celesta, vibrafoon springen meteen in het oor/oog; deze instrumenten doen denken aan de gamelan van Javaanse muziek. De solopiano (met zeer virtuoze cadansen) en de ondes-Martenot (met het buitenaardse geluid) hebben beiden een aantal opvallende solopassages te spelen. Met dat alles, gecombineerd met gestileerde vogelgeluiden creëert Messiaen een overweldigende klankpracht (adembenemend verstild in oa; "Jardin du sommeil d'amour") en (bombastische) extase in muziek die zijn weerga niet kent. Maar Pierre Boulez (een van Messiaen's leerlingen)noemde dit meesterwerk (vanwege de bombastische passages) bordeelmuziek.........
De première op 2 december van 1949, waarbij Yvonne Loriod (Messiaen's tweede echtgenote) de pianosoliste was, en Ginette Martenot (de dochter van de uitvinder van het instrument) achter de ondes-Martenot zat , was al even gedenkwaardig als de compositie zelf. Eigenlijk zou Serge Koussevitzky dirigeren, maar die werd op het laatste moment ziek. Zijn invaller was de nog onbekende jeugdige dirigent Leonard Bernstein. De reacties waren overdonderend, en het debuut van Bernstein werd eigenlijk alleen overschaduwd door de verbluffende indruk die Messiaens meesterwerk maakte. De Turangalîla-symfonie geldt sindsdien als één van de bepalende muziekwerken uit het midden van de twintigste eeuw. Een klankwereld die de componist ooit zelf omschreef als het equivalent van zonlicht dat door de glas in lood ramen van "zijn" Eglise de la Sainte-Trinité te Parijs naar binnen viel.
*Een terecht ovationeel applaus voor deze zinderende uitvoering door het
Symfonie-orkest van de Hessische Omroep Frankfurt, met de solisten Cynthia Millar-ondes-Martenot en Stewart
Goodyear-piano olv afscheidnemend chef-dirigent Paavo Järvi;**Turangalîla-symfonie (1949);
I; Introduction/Inleiding. Modéré, un peu vif,
II; Chant d’amour 1/Liefdeslied 1 . Modéré, lourd,
III; Turangalîla 1. Presque lent, rêveur,
IV; Chant d’amour 2/Liefdeslied 2. Bien modéré,
V;Joie de sang des étoiles/ Vreugde van het bloed van de sterren .Vif, passionné avec joie
VI; Jardin du sommeil d’amour/De tuin van de slaap der liefde. Très modéré, très tendre
VII; Turangalîla 2. Un peu vif, bien modéré
VIII; Développement d’amour/De ontwikkeling van liefde. Bien modéré
IX; Turangalîla 3. Bien modéré
X; Final/Finale. Modéré, presque vif, avec une grande joie
Het werk eindigt op een stralend, enorm Fis majeur akkoord.
Messiaen: "Glorie en vreugde kennen geen einde".
Messiaen was erg breed ontwikkeld, een scherp en kritisch theoreticus en hij was in binnen en buitenland een veel gevraagd docent. Hij ontving vele prestigieuze inter/nationale compositie-opdrachten, en voor zijn onschatbare verdiensten is hij overladen met de meest toonaangevende prijzen en onderscheidingen. Zo heeft Frankrijk hem geëerd met het commandeurschap van het Légion d’Honneur, heeft Nederland Messiaen de prestigieuze Erasmusprijs toegekend, is hem de hoogste muzikale onderscheiding van Denemarken, de "Sonning Award" toegekend, heeft de Royal Philharmonic Society Messiaen geëerd met de Gold Medal en werd hij geëerd met de Croix de Commandeur in de Belgische Orde van de Kroon enz enz.Messiaen overleed in 1992 op 84-jarige leeftijd.