Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 3
Aflevering 3 van Spanje, waarin ik in deze aflevering uw aandacht vraag voor hele oude koor a capella muziek van Cristóbal de Morales (1500-1553); hij was o.a. verbonden aan de kathedraal van Toledo, in die dagen hét ‘liturgisch’ centrum van Spanje. Toledo was met andere bisdommen in Spanje verwikkeld in een heuse prestige en machtstrijd waarbij het oa ging over; wie de grootste kathedraal had, wie de beste componist in dienst had, wie de meeste religieuze en wereldlijke macht had enz enz. Morales wijdde zijn jaren in Toledo aan zijn priesterschap.
Voor een componist die in zijn tijd bekend stond als 'het licht van Spanje in de muziek' en internationaal grote bekendheid genoot, is het des te opvallender dat we erg weing weten over het leven van een van de grootste muzikale uitblinkers van Spanje.
Morales componeerde een grote hoeveelheid muziek van zéér hoogstaand niveau; de overgrote meerderheid bestond uit Latijnse liturgische composities en missen,waarvan enkele met een zeer hoge moeilijkheidsgraad, en de vraag naar zijn muziek was zó groot dat die al tijdens zijn leven veel werd uitgegeven door muziekuitgevers in Lyon, Wittenberg, Neurenberg, Augsburg, Antwerpen, Milaan, Rome, en Venetië, waardoor zijn muziek zich verbazingwekkend snel en over heel Europa heeft kunnen verspreiden.
We weten zeker dat Morales in Sevilla is geboren, maar we weten noch zijn geboortedatum, noch iets over zijn vroege muzikale opleiding. We weten wél dat hij kapelmeester was van de kathedraal van Plasencia van 1527 tot 1529 en dat paus Paulus III in 1535, Morales als zanger aanstelde bij het pauselijk koor in Rome, (een prestigieuze aanstelling, want musici die zongen in de pauselijke kapel zongen, genoten internationale faam). Lang werd gedacht dat Morales' creatieve inspiratie na terugkomst in Spanje was opgedroogd, maar recent onderzoek heeft aangetoond dat hij pas bij terugkeer in Spanje, op het hoogtepunt van zijn kunnen was. Hij wordt tot de grootste componisten uit de (Spaanse) renaissance gerekend.
*Missa pro defunctis/Requiem.
Deze mis schreef de Morales in 1544 in Rome.
De tekst van het introïtus luidt als volgt:
Requiem aeternam- Eeuwige rust
dona eis domine – geef dit aan hen heer
et lux perpetua – en het eeuwige licht
luceat eis – moge hen verlichten.
(The Sixteen olv Harry Christophers)
Het eerste zinnetje wordt met de aloude Gregoriaanse melodie eenstemmig gezongen. De rest van de tekst wordt vijfstemmig uitgevoerd. Maar wát een serene rust gaat er van dit stuk uit! Het lijkt wel of het zonder rekening te houden met de betekenis van de tekst is gecomponeerd. Het geheel klinkt gewoonweg als een hemels gezang, dat eeuwig door zou kunnen gaan, en dát past natuurlijk erg goed bij het algehele gevoel dat bij een uitvaartmis hoort. Wonderschone muziek.
We weten niet wat de aanleiding tot het schrijven van dit requiem in Rome was. Een jaar later ging Christóbal de Morales terug naar Spanje, waar hij in Toledo een aanstelling kreeg. Ruim vijftig jaar later was zijn muziek beroemd genoeg om als koninklijke begrafenismuziek te dienen, want bij de dood van de Spaanse koning Philips II in 1598 werd dit adembenemend mooie Requiem gezongen bij zijn uitvaart.. Maar ook nu nog is het de moeite waard om je er al luisterende helemaal aan over te geven.