Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 24
In deze aflevering staat fascinerende muziek van drie, ook internationaal bekende en bejubelde 20e eeuwse Nederlandse componisten voor u klaar; Henk Badings, Simeon ten Holt en Joep Franssens. Vier prachtige werken van hun hand waarvan er drie voor meditatieve doeleinden gecomponeerd lijken te zijn, want door het beluisteren van die werken zou je zomaar in trance kunnen raken......... Heerlijk dus om die muziek liggend en af en toe wegdommelend te ondergaan.............
Opvallend is dat veel mensen die geen affiniteit met klassieke muziek (beweren te) hebben de beroemste werken van Ten Holt en van Joep Franssens, waarin de tijd lijkt stil te staan, wél mooi plegen te vinden.
*Henk Badings (1907-1987); geboren in Bandoeng (Indonesië), was niet alleen erg muzikaal; hij componeerde bijvoorbeeld al op 12-jarige leeftijd zijn eerste vioolsonate, maar had ook talent voor beeldende kunst, poëzie en wiskunde. Hij studeerde geologie in Delft maar ging later compositie en orkestratie bij Willem Pijper (te beluisteren in aflevering 23) studeren, en in navolging van Pijper ging Badings diverse composities volgens de zogenaamde "kiemcel"-techniek opbouwen. Badings werkte na zijn studie een korte tijd aan de Technische Hogeschool van Delft maar ging vanaf 1934 compositieles doceren aan de Conservatoria van Amsterdam en Rotterdam. In 1938 werd hij directeur van het conservatorium in Amsterdam. Badings' naam was gevestigd en al in de jaren dertig was hij zelfs één van de meest uitgevoerde Nederlandse componisten in binnen- en buitenland.
Van 1940 tot 1945 was hij directeur van het conservatorium in Den Haag en Badings componeerde tijdens de bezetting gewoon door, óók voor de bezetter; hierdoor bezoedelde hij zijn naam. Na de oorlog kreeg een dan ook een beroepsverbod opgelegd. Maar was Badings fout tijdens de oorlog? Net bij als Richard Strauss is dat moeilijk te zeggen. Ja, hij was lid van de omstreden Nederlandsche Kultuurraad, maar redde wel zijn Joodse collega Sem Dresden. Badings richtte zich op het lesgeven. Daarnaast bleef hij, vaak in opdracht van beroemde orkesten uit binnen- en buitenland, componeren want zijn werken mochten weer uitgevoerd worden; zijn beroepsverbod was in 1947 namelijk weer ingetrokken.
Experimenteel en grensverleggend was hij vanaf het midden van de jaren vijftig met radiofonische en elektronische composities. In 1956 richtte Henk Badings daarvoor de elektronische studio van Philips op. Badings is, volgens musicoloog Leo Samama een van de grootste Nederlandse componisten van de twintigste eeuw. Hij roemt hem als "een veelzijdig kunstenaar die ogenschijnlijk moeiteloos omschakelt van de ernstige concertmuziek naar de stijl van de grote Amerikaanse 'wind bands', van elektronische muziek naar educatieve bundels, van omvangrijke en dramatische koorwerken naar werken voor amateurorkest. Zijn muzikale stijl, lyrisch en somber, heldhaftig en uitgelaten, dramatisch en effectief, blijft alom aanwezig en drukt zijn stempel op elke partituur. Wat Badings tussen 1930 en 1960 heeft geschreven, is van internationale allure. Maar ook zijn latere werken zijn met name in de Verenigde Staten bijzonder geliefd en getuigen van een tomeloze energie en geestkracht." (Leo Samama, 1986).
Badings grote internationale faam betrof niet alleen zijn composities (hij componeerde in de meest uitlopende genres maar liefst meer dan 1000 werken, waaronder 15 symfonieën), want zijn reputatie als (gast-)docent was minstens zo groot! Verder publiceerde hij ook boeken. Badings werd in binnen- en buitenland overladen met prestigieuze prijzen en onderscheidingen, waaronder de toekenning van de Johan Wagenaarprijs in 1967. Na zijn overlijden werden er te zijner ere festivals in oa Pittsburgh, San Francisco en Tilburg georganiseerd. In 2007 werd er in de Rotterdamse Doelen een festival georganiseerd waarmee ze het taboe rond deze componist doorbraken en zijn naam definitief gerehabiteerd werd.
*In deze verstilde Cavatina voor altfluit en harp wordt een mysterieuze, bijna hypnotiserende sfeer opgeroepen. Dit vaak uitgevoerde kleinood is voor diverse instrumentencombinaties bewerkt.
**Henk Badings; Cavatina voor altfluit en harp (1952) In een
betoverende opname door de Nederlandse (alt-)fluitiste Abbie de Quant en de in
Japan geboren, maar in Nederland opgeleide harpiste Masumi Nagasawa.
*Simeon ten Holt (1923-2012); ondanks het feit dat hij een levensgenieter was, leidde deze pianist en componist een teruggetrokken leven. Hij studeerde in Nederland bij oa van Domselaer en vanaf 1949 in Parijs bij Honegger en Milhaud, trad op als pianist, publiceerde geschriften en was docent aan het Conservatorium van Arnhem.
**Ten Holt werkte van 1975 t/m 1979 aan zijn bekenste werk; Canto Ostinato.
Dit monumentale werk, dat een soort culthit geworden is wordt door velen, net als veel van zijn andere werken tot de minimal music gerekend (in het kort; Minimal music; is de muzikale variant van het Minimalisme in de Amerikaanse beeldende kunst waarbij het gebruik van (zeer beperkte) korte melodische en/of ritmische motiefjes (of zelfs de klankvarianten van één enkele toon) en de voortdurende herhaling met subtiele veranderingen en manipulatie daarvan typerend zijn. Vaak staan de (schier oneindige) herhalingen in dienst van een zeer geleidelijk veranderend klankbeeld). Enkele beroemde minimal music componisten zijn de Amerikanen Steve Reich en Philip Glass (zie aflevering 12; Amerika), maar zeker ook de Nederlanders ten Holt en Joep Franssens.
Ten Holt over zijn Canto Ostinato; "Ik bespeurde ruimte, ik was zeer verrast mezelf op een dag aan te treffen in dit steppe-achtige landschap, gekenmerkt door een immense horizon, weidsheid, ruimte en tijd en, niet in de laatste plaats, door tonale centra en tonaliteit."
Dat het stuk zo'n grote klassieke hit zou worden, had ten Holt zelf niet verwacht, want hij vroeg zich zelfs af of het wel in de smaak zou vallen. Maar wanneer een werk als Canto Ostinato jaarlijks tientallen keren wordt uitgevoerd, al een aantal jaren op rij in de top 10 van de Klassieke Top 400 staat, en de cd met Canto Ostinato (die pianisten Polo de Haas en Kees Wieringa ervan uitbrachten) maar liefst meer dan 15.000 keer (ongekende aantallen voor Nederlandse begrippen) over de toonbank gegaan is, móet het wel in de smaak vallen en populair zijn!!
Canto Ostinato dat hypnotiserend en vol climaxen is, heeft op belangrijke en bijzondere momenten deel uitgemaakt van het leven van liefhebbers; een vrouw die een kind ter wereld bracht op de muziek van Canto Ostinato schreef; "Het is alsof die muziek is gecomponeerd door iemand die heel goed weet hoe je lichaam in elkaar zit".
Een dee-jay liet 'n partituurfragment uit Canto Ostinato op zijn lijf laten tatoeëren.
Weer een ander luisterde naar Canto Ostinato toen hij voor een hersenoperatie de operatiekamer werd binnengereden.
Dat Canto Ostinato heftige emoties oproept weet ook
pianist Polo de Haas, hij voert dit werk namelijk al zijn hele carrière uit; "Ik
heb weleens meegemaakt dat een vrouw op het podium snikkend in mijn armen
viel". Maar zelf houdt de Haas
het altijd droog achter de vleugel. "Ik beleef de muziek niet zozeer,
ik spéél het. Al heb ik wel een paar keer moeten slikken, want het stuk is af
en toe heel melancholiek. Als je ergens verdriet over hebt, kan ik me goed
voorstellen dat dat gevoel wordt gestimuleerd door deze muziek."
Zoals in minimal music gebruikelijk is, worden ook in Canto Ostinato
ritmische patronen telkens met kleine, vaak nauwelijks waarneembare
verschuivingen bij voortduring herhaald. Het tempo blijft tijdens het hele stuk
(dat, afhankelijk van de uitvoerenden één tot vier uur kan duren) gelijk, wat
voor een bijna hypnotiserend effect zorgt. Uitvoeringen van ten Holts muziek
zijn vaak totaalevenementen, waarbij publiek soms liggend op matrassen in zaal
de muziek ondergaat.
Canto Ostinato kan op één tot zes vleugels (of heel andere instrumenten)
gespeeld worden, een octaaf hoger of lager, en de muzikant kan benadrukken wat
hij wil. "Daardoor verveelt het nooit", zegt De Haas. "Het
stuk vertelt een verhaal dat je steeds weer op een andere manier kunt
brengen."
**Simeon
ten Holt; Canto Ostinato
Een welverdiend ovationeel applaus voor deze uitvoering met 2 vibrafoons, twee marimba's en één piano.
*Henk Badings schreef 15 symfonieën voor orkesten in de meest uiteenlopende samenstellingen, bijvoorbeeld ook voor harmonie-orkest (symfonie nr.XV). Zijn zevende symfonie uit 1954 draagt de naam van het orkest dat de wereldpremière ervan verzorgde en aan wie dit prachtige vier-delige werk opgedragen is.
**Een zeer aangename verrassing; Henk Badings; Symfonie nr.VII "Louisville" I; Lento, II; Scherzo;Presto, III; Adagio , IV; (de Amerikaans klinkende) Finale; Allegro vivace
*Joep Franssens (1955); was al op jonge leeftijd bezig met muziek en pianospelen dat hem, naar eigen zeggen bescherming bood tegen de boze buitenwereld. Hij studeerde aan de Conservatoria van Groningen, Rotterdam en Den Haag bij oa Louis Andriessen en Klaas de Vries. Zijn zeer toegankelijke muziek is lastig te benoemen, maar Franssens wordt vaak ingedeeld bij de Nieuwe Spiritualiteit (à la Arvo Pärt). Hij is later namelijk oiv minimal music, de Oost-Europese mystiek en de symfonische popmuziek van de jaren zeventig gaan componeren waarbij hij streeft naar radicale soberheid. De instrumentatie laat duidelijk een voorkeur voor warme, weelderige kleuren horen. In zijn muziek streeft Franssens er naar om uitdrukking te geven aan het universele, waarbij hij zich laat inspireren door dichters en filosofen. Hij wil in zijn muziek sterke emoties oproepen, waarbij hij tegelijkertijd ook streeft naar monumentaliteit en schoonheid. Franssens; ....“Er is niets mis mee om een lang stuk te schrijven met een mooie volle orkestklank, om muziek te schrijven waartoe veel mensen zich aangetrokken voelen”.
Het Brabants Dagblad schrijft in 2009; "Joep Franssens wil in zijn spiritueel getinte muziek het rationele en irrationele, het beredeneerbare en het intuïtieve, het hoofd en het hart overbruggen. Franssens streeft daarbij naar een universeel, begrijpelijke muziektaal. Muziek vol weidse, dramatische gebaren, een heldere structuur en met een directe fysieke impact. Franssens put inspiratie uit de 'sound' van popmuziek, de gevoelvolle precisie van Bach en Steve Reich, en de mystiek van de vroege György Ligeti of vroege polyfonie. In zijn muziek zoekt Franssens naar de menselijke maat en een diep verlangen naar geestelijke harmonie. “Mijn muziek drukt een intens gevoel uit, een gewijd moment waaraan een ieder een eigen individuele betekenis kan ontlenen, zonder historische ballast”.
*Harmony
of the Spheres: maar liefst zeven jaren (1994-2001) werkte Franssens aan
dit vijfdelige meesterwerk dat als zijn
meest bekende werk wordt beschouwd, en het wordt, zoals veel van zijn andere
werken met groot succes over de hele wereld uitgevoerd.
Velen beweren dat ze, al luisterend naar dit machtige werk mystieke,
transcedente, en zelfs hypnotiserende ervaringen ervoeren.
**in een schitterende studio-opname; Joep
Franssens; Harmony of the Spheres
Movement I, Movement II, Movement IIIa, Movement IIIb, Movement IV, Movement V