Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 20

In deze aflevering staat Sovjet-Russische muziek van twee belangrijke Russische componisten uit de 20e eeuw voor u klaar; Sergej Prokovjev (1891-1953) en Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975). U kunt gaan genieten van twee hele korte maar prachtige verstilde filmmuziekfragmenten en vier heftige, bij tijd en wijle opwindende, maar zeker zéér indrukwekkende werken die alle vier, om uiteenlopende redenen iconische meesterwerken van de 20e eeuw geworden zijn.

*Als kind al schreef Prokofjev korte pianostukjes; bijvoorbeeld voor jarige familieleden. Toen hij op dertienjarige leeftijd naar het Conservatorium van Sint-Petersburg ging, waar hij les kreeg van de zeer hoog aangeschreven Rimsky-Korsakov (zie vorige aflevering), die hem de fijne kneepjes van het briljant orkestreren heeft bijgebracht, werden deze stukjes zijn eerste gepubliceerde composities.
Zoals zo velen verliet Prokofjev na de revolutie zijn vaderland en maakte hij furore met piano-optredens in het Westen en Japan; Prokofjev was namelijk een ongekend virtuoos pianist. Dit talent gebruikte hij graag om te shockeren. De kritieken op zijn pianoconcerten waren niet mals en zijn Tweede Pianoconcert was zó absurd moeilijk dat hij zelf lange tijd de enige was die het kon spelen.........
Maar in de jaren ’30 was Prokofjev uitgekeken op het bestaan van reizend concertpianist; de aanbiedingen voor nieuw werk in het westen droogden op en zijn opera’s werden niet meer opgevoerd. Prokofjev verhuisde met zijn van oorsprong Spaanse echtgenote en hun twee zoontjes naar Moskou.
Ondanks dat die periode één van de donkerste periodes van de Stalindictatuur was, vond Prokovjev er volop werk: het Sovjet-regime zette namelijk sterk in op energieke, expressieve cultuur voor de arbeidersklasse , en Prokofjevs muziek paste in dat plaatje, hij had dus veel succes. Maar dat succes bleek, zoals zo vaak in Stalinistisch Rusland, héél betrekkelijk, want het zou hem duur te komen staan; in het buitenland werd er namelijk minachtend gedaan over Prokofjev's werk als "muzikale propaganda", terwijl in de Sovjet-Unie zijn vrijheid steeds meer ingeperkt werd. Zo werden er maar liefst acht muziekstukken van hem in de ban gedaan, en concertzalen en operahuizen weigerden voor de zekerheid ook zijn niet-veroordeelde werk nog uit te voeren. Oa Sjostakovitsj overkwam hetzelfde. Prokovjev mocht ook al niet meer reizen, bekenden van hem verdwenen op onverklaarbare wijze, de moeder van zijn kinderen kwam in een strafkamp terecht enz.....

Prokofjev stierf bijna onopgemerkt, want; in Moskou, op dezelfde dag als Sovjetleider Stalin; 5 maart 1953. Vanwege de (geënsceneerde) massa’s rouwende mensen op straat kon hij pas dagen later vervoerd worden. Voor zijn uitvaart waren ook al geen bloemen beschikbaar; die lagen allemaal bij herdenkingsmonumenten voor de grote dictator. De muziek van Prokovjev is klassiek maar tegelijkertijd ook modernistisch met een grote stuwkracht (oa zijn Skytische Suite), maar zeker ook lyrisch en grotesk (oa zijn 5e symfonie).

*Prokovjev liet zich voor de bloedstollende Skythische Suite, op.20 inspireren door een prehistorische stam van barbaren; de Skythen, waarvan bekend is dat ze bloed dronken en andere barbaarse praktijken beoefenden.
De Skythische suite, oospronkelijk als balletmuziek voor groot bezet orkest gedacht, werd op 29 januari 1916 in St.Petersburg olv Prokovjev zélf voor het eerst uitgevoerd en het veroorzaakte het door hem gewenste schandaal én succes à la Sacre du Printemps van Strawinsky. Dezelfde Igor Strawinsky, zélf één van de belangrijkste en meest invloedrijke componisten van de 20e eeuw, sprak op de voor hem zo kenmerkende bescheiden wijze over collega-componist Prokovjev;"........hij is de grootste Russische componist van deze tijd..........na mij........." Wat meteen opvalt aan de partituur van de Skytische suite, is de fabuleuze orkestratie van de nog erg jonge Prokovjev. Dit werk wordt als een van de meest briljante van zijn tijd beschouwd wordt.

**Sergej Prokovjev; Skythische suite/Scythische suite, op.20;
I; Aanroeping tot Veles en Ala; met deze barbaarse en kleurrijke muziek wordt de aanbidding van de zon door de Skythen uitgebeeld,
II; De kwaadaardige God en de dans van de heidense monsters (of boze geesten); Wanneer de Skythen een offer brengen aan Ala, dochter van Veles, maakt de kwaadaardige God een gewelddadige dans waarbij omringd wordt door zeven heidense monsters (of boze geesten).
III; Nacht; de kwaadaardige God pijnigt Ala, waarna de Maagden van de Maan aftuimelen om Ala te troosten.
IV; De glorieuze uittocht van Lolli en de Cortège van De Zon; Ala wordt gered door de held Lolli die door de Zonnegod geholpen wordt de kwaadaardige God te verslaan. De triomf wordt behaald en de suite eindigt met een muzikaal plaatje van de rijzende zon.

*Dmitri Sjostakovitsj (1906-1075); moet worden gerekend tot één van de meest fascinerende figuren uit de moderne muziekgeschiedenis; meesterpianist, docent, componist van oa 15 grote, belangrijke symfoniën, waardoor dit geniaal talent waarschijnlijk herinnerd zal blijven als de grootste Russische symfonicus van de twintigste eeuw. Verder componeerde hij veel kamermuziek, 6 grote soloconcerten, liederen, opera's (waarvan sommigen de meest luidruchtige passages uit de hele muziekgeschiedenis bevatten), film-en balletmuziek enz enz De muziek van Sjostakovitsj bevat intense, tedere maar ook ronduit aggressieve passages.

Hij groeide op als zoon van een muzikaal begaafde vader en een getalenteerde pianiste als moeder. Hierdoor kreeg hij al op jonge leeftijd pianoles en muziektheorie, en begon al op 11-jarige leeftijd met componeren. Aan het conservatorium zagen ze een grote toekomst voor hem ziet als concertpianist. Desondanks wil hij componist worden, omdat hij muziek wil schrijven "in dienst van het Sovjetvolk". Met zijn eerste symfonie, die in 1926 als eindexamenwerk werd uitgevoerd vestigde Sjostakovitsj in één keer zijn naam als belangrijk componist. Later zou hij zelf gaan doceren aan de conservatoria van Leningrad en Moskou.

Sjostakovitsj behoort tot de eerste generatie Russische componisten die werd opgeleid en volledig binnen het Sovjet-systeem van na de revolutie werkte. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Prokofjev (die groeide nog op in het tsaristische Rusland, en studeerde ook in dat tijdperk, maar die na de revolutie lange tijd in het Westen verbleef), speelde het hele leven van Sjostakovitsj zich af tijdens het Sovjet regime; met alle vreselijke gevolgen van dien.
Sjostakovitsj werd, zoals veel andere kunstenaars in het Rusland van Stalin evenveel, en met hetzelfde gemak officiëel verguisd als overladen met de meest prestigieuze prijzen van de Sovjet-Unie. Sommige werken van hem in opdracht van de staat door de pers neergesabeld en werd ook híj officiëel van formalisme beschuldigd waarna zijn werken (voorlopig) niet meer uitgevoerd mochten worden.
Omdat hij nooit zeker was wat de Sovjetauthoriteiten met hem van plan waren, had Sjostakovitsj uit voorzorg altijd een koffertje met kleren klaarstaan voor het geval hij door de geheime dienst; de beruchte KGB thuis opgehaald zou worden...........
En tóch werden de première’s van bijvoorbeeld zijn symfonieën in Sovjet-Rusland beschouwd als maatschappelijke gebeurtenissen van belang. En niet alleen in Sovjet-Rusland, want in het vrije westen werd er gestreden wie de Westerse premieres van zijn symfonieën én/of de integrale opnamen mocht verzorgen.

Sjostakovitsj bekleedde (daartoe door de staat gedwongen?) belangrijke culturele functies in de Sovjet-Unie ; zo werd hij bijvoorbeeld in 1949 naar een vredesconferentie in New York gestuurd, waar hij het cultuurbeleid van de Sovjet-Unie moest toelichten en verdedigen.
Ondanks dat alles was hij de eerste en vrijwel enige Sovjet-componist die wereldroem vergaarde, ondanks en zeker niet dankzij dat regime. Hij is dan ook met vele belangrijke internationale prijzen en onderscheidingen overladen.
Slechts binnen een paar weken na zijn dood, ten gevolge van longkanker, werden overal ter wereld al herdenkingsconcerten georganiseerd waarmee hij herdacht werd als een van de grootste componisten van de 20e eeuw!

Dmitri Sjostakovitsj; Twee hele korte filmmuziekpareltjes; in opdracht gecomponeerd om, zoals hij het zelf zei; "de rekeningen te kunnen betalen" en die (dus) in een totaal ander, meer toegankelijker klankidioom geschreven zijn dan zijn vrije werken;

*Draai-orgelwals uit; De Horzel, Op.97a

*Wals uit; Sofia Perovskaja, op.132

*Het altijd weer aangrijpende Strijkkwartet nr.VIII in c, op.110 behoort, zeker van het 20e eeuwse strijkkwartetrepertoire tot één van de meest gespeelde strijkwartetten. Veel van Sjostakovitsj' beste werken zijn geschreven voor kleine instrumentale ensembles, omdat juist díe kunnen zorgen voor een hoge mate aan intimiteit met een enorme zeggingskracht. En zoals in al zijn andere betere werken weet hij ook hierin emotionele uitersten, van ingetogen sereniteit tot woeste hysterische razernij tot iets heel bijzonders te combineren. Dit kwartet laat niemand onberoerd, en ook Sjostakovitsj werd er keer op keer zwaar door gegrepen want hij schreef dat hij dit melancholieke werk niet kon horen zonder te huilen, en een vriend van hem zei dat Sjostakovitsj na het schrijven van dit strijkkwartet zelfs zelfmoord wilde plegen..........
Ondanks die fatalistische somberheid, want de delen zijn in de meest intense zwart-tinten geschreven, is van zijn vijftien strijkkwartetten dit achtste één van Sjostakovitsj’ meest geliefde strijkkwartetten. Hij schreef het in een luttele drie dagen tijd in 1960 in Dresden, toen hij de stad bezocht omdat hij de muziek zou schrijven voor een film over het bombardement van Dresden. Was het de verwoeste stad die Sjostakovitsj aanzette tot het componeren van dit schrijnend mooie kwartet, of was de opdracht door Sjostakovitsj bovenaan de partituur geschreven; "ter nagedachtenis van de slachtoffers van fascisme en oorlog", een geheime aanklacht tegen de Sovjetregering? omdat hij er gedachten over de Russische, en dus zijn eigen onderdrukking in verwerkte. Hoe het ook zij; deze indringende muziek gaat door merg en been.
Zoals in andere strijkkwartetten, symfonieën en het eerste celloconcert (ook in deze aflevering te beluisteren) laat Sjostakovitsj zijn eigen initialen D.SCH (in de Duitse transliteratie) ook in dit strijkkwartet klinken; het beroemde DSCH-motief.

Van dit diep ontroerende strijkkwartet is een bewerking voor strijkorkest, en zelfs voor klarinetchoir gemaakt.
**In een beklemmende live-opname door het kwartet dat een autoriteit op het gebied van Sjostakovitsj' kamermuziek is; het onvolprezen Borodin-Kwartet. Dit ensemble is meer dan 75 jaar geleden opgericht en behoort al die tijd onafgebroken tot de absolute wereldtop!

Dmitri Sjostakovitsj; Strijkkwartet nr.VIII in c, op.110;
I; Largo, II; Allegro molto, III; Allegretto, IV; Largo, V; Largo (de delen gaan zonder onderbreking in elkaar over).

*Het Celloconcert nr.I in Es, op.107 is de eerste van twee indrukwekkende celloconcerten die Sjostakovitsj gecomponeerd heeft; het is niet alleen zíjn meest uitgevoerde concert maar zelfs één van de meest uitgevoerde celloconcerten van de hele 20e eeuw! Dit geliefde concert schreef Sjostakovitsj in 1959 tijdens een zeer productieve en succesvolle periode in zijn leven, en droeg het op aan de wereldberoemde meestercellist Mstislav Rostropovitsj die dit berucht moeilijke stuk binnen binnen een week uit het hoofd leerde!! én, begeleid door het Leningrads Philharmonisch Orkest olv de legendarische Jevgeni Mwrawinsky er ook de premiere van verzorgde. Dit celloconcert wordt beschouwd als Sjostakovits' beste soloconcert vanwege de feilloze manier waarop hij krachtige muzikale ideeën combineert met een buitengewoon virtuoos schrijven voor de solist. Ondanks het cellisitisch vuurwerk is het werk eigenlijk vrij eenvoudig qua vorm als door het gebruik van volksmuziekachtige elementen. In het hele werk gaat de solo-hoorn, als alter ego van de solist uitgebreide dialogen met de cellist aan. Het eerste deel is energiek, het tweede deel is een langzaam, meditatief deel dat bol staat van treurige klagende lyriek, het derde deel is een uitgebreide cadens waarna zonder onderbreking het onstuimige vierde deel losbarst.

**Dmitri Sjostakovitsj; Celloconcert nr.I in Es, op.107;
I; Allegretto, II; Moderato, III; Cadenza — Attacca, IV; Allegro con moto

*Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden belangrijke kunstenaars (dwz; die het Sovjet-regime voor propagandadoeleinden goed kon gebruiken) geëvacueerd en vanuit het belegerde Moskou en Leningrad massaal naar veiliger oorden gebracht, waar ze dan in relatieve rust konden werken. Prokofjev zelf bracht zo geruime tijd door in Alma-Ata, Kazachstan. Zijn 5e symfonie werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gecomponeerd en wordt daarom wel Prokofjev's "oorlogssymfonie" genoemd. Ten tijde van de première in 1945 stevende de Sovjet-Unie af op de overwinning op Nazi-Duitsland waardoor verwacht kon worden dat het ergste leed spoedig voorbij zou; in deze symfonie is dan ook veel (vermeende) heroïek en vrolijkheid te beluisteren.
Symfonie nr. 5 in Bes, op.100 is één van de krachtigste symfonische werken van de 20e eeuw en is Prokovjev's bekendste symfonie. De premiere vond plaats in de grote zaal van het Moskou's Conservatorium. Meestercellist Rostropovitsj die bij daarbij aanwezig was, schreef daarover: “Die première 13 januari 1945 aan de vooravond van de overwinning op de Nazi’s zal ik nooit vergeten. Toen Prokofjev het podium opkwam en het stil werd, donderden plotseling salvo’s van de artillerie. Hij wachtte en toen het kanonvuur eindigde begon hij pas. Daar school iets heel bijzonders, iets erg veelbetekenends, iets symbolisch in. Het leek of iedereen een grens was overgestoken”.

Deze opwindende symfonie (in Prokovjev's eigen woorden; vol furie) roept nogal wat vragen op, want; het eerste deel opent met een optimistisch thema, maar eindigt met een wrang hoogtepunt.
En is het tweede deel, dat herinneringen aan Prokovjev's bekende balletten oproept, een virtuoos of 'n sarcastisch bijtend scherzo ?
Het treurige derde deel, dat als schril contrast tussen het tweede en het vierde deel staat is, of líjkt het maar, een macabere treurmars.....
Maar dán het vierde deel; ironisch of euforisch, want is de overwinning, die we in dit spannende laatste deel (menen te) horen, een persoonlijke of een openbare verovering? Is dit, zoals Prokofjev (uit lijfsbehoud) heel politiek correct schreef, "een symfonie van de grootsheid van de menselijke geest, een lofzang voor de vrije en gelukkige mensheid, zijn kracht, en de puurheid van zijn ziel", of is het misschien tóch, in tegenstelling tot zijn officiële publieke verklaring, de strijd van de individuele artistieke geest tegen Stalins culturele wurggreep? En laat Prokovjev ons daarom na het eind van deze behoorlijk heftige, maar virtuoze finale achter met een gevoel van vreugde en gevoel van overwinning, of misschien tóch met een gevoel van razernij en terreur, want laat hij het orkest hier niet de vrolijke finale vermorzelen?..........
Deze symfonie was dermate populair dat binnen enkele maanden na de Amerikaanse première in november 1945 er zelfs een portret van de componist op de cover van het tijdschrift Time stond.

**Een schitterende live-opname door het Orkest van het Mariinsky Theater olv de wereldberoemde Russische dirigent Valery Gergiev die gedurende zijn indrukwekkende carriere zeer veel Russisch repertoire, en in het bijzonder werken van Prokofjev gedirigeerd heeft en daarmee een grote naam heeft opgebouwd.

Sergej Prokovjev; Symfonie nr.V in Bes, op.100;
I; Andante, II; Allegro marcato, III; Adagio, IV; Allegro giocoso 

Ik wens u met deze grootse Sovjet-Russische muziek heel veel luistergenot.

Met vriendelijke groet,

Coen Jansen

*
*

Wat is Ledenservice ZuidZorg?

Ledenservice ZuidZorg is een zelfstandige vereniging die er is voor en door onze leden. We zetten ons in op het gebied van welzijn en zelfredzaamheid.

Dit doen we door het voorzien van informatie en kennis, het organiseren van activiteiten en het aanbieden van een relevant ledenpakket.