Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 2
In deze aflevering kunt u gaan genieten van willekeurige fragmenten, afkomstig uit de Zarzuela; dit is een typisch (komisch, romantisch) Spaans muziektheatergenre waarin in het Spaans gezongen en gesproken dialogen met elkaar gecombineerd worden en is aan het koninklijk buitenverblijf of zomerresidentie; Palacio Real de la Zarzuela (bij Madrid, in de 17e eeuw door Philips IV gebouwd), ontstaan.
Dit paleis dankt haar naam aan de bosrijke omgeving, waarin veel braamstruiken groeiden (zarza = braamstruik in het Spaans) en het muziektheatergenre dankt zijn naam weer aan het 'bramenpaleis' waar het ontstond. Het is de Spaans versie van de opera en heeft vanwege haar lichtvoetigheid en geëntheid op de Franse Opéra-comique eigenlijk meer weg van de opperette en wordt in het Spaans gezongen. Rond 1660 hebben toneelschrijver Pedro Calderón en componist Juan Hidalgo het genre ontwikkeld.
De zarzuela ontwikkelde zich van een vrolijke fabel over eenvoudige lieden doorspekt van volkse deuntjes ter vermaak van het hof tot een uiterst populaire vorm van muziektheater voor de burgers in de 19e eeuw (rond 1890 waren er alleen al in Madrid elf zarzuelatheaters en in Barcelona nam de Catalaanse zarzuela een grote vlucht), en net als bij de gelijknamige de vissoep worden in de zarzuela diverse muzikale elementen tot een smakelijk geheel samen gebracht. Het heeft instrumentale en gesproken gedeeltes, solo- en (romantisch) duozang, dans en koren. Door de vele folkloristische invloeden staan de zarzuela's bol van opzwepende, vurige, romantische, aanstekelijke melodieën...
*Manuel Penella Moreno (1880-1939)
Don Gil de
Alcalá: "Todas las mañanitas"; Ana María Martínez-sopraan, Plácido
Domingo-tenor
*Daniel Alomía Robles (1871-1942)
El Condor Pasa: een wereldberoemd fragment uit de gelijknamige
Peruaanse zarzuela
Als laatste, geen deel uit een zarzuela maar een
prachtig Mexicaans lied, dat op indrukwekkende wijze, door één van de grootste
huidige tenoren, als toegift, in een ademloos luisterende, uitverkochte grote
zaal van de beroemde Scala in Milaan, wordt gezongen, waarbij hij zichzelf op
de gitaar begeleid, terwijl Plácido Domingo (een van de meest legendarische
tenoren van de 20e eeuw) vanuit de coulissen, zichtbaar genietend meeluistert..
*Tomás Méndez;
"Cucurrucucú paloma"
(Spaans voor Coo-coo duif) is een
wereldberoemd Mexicaans lied uit 1954.
De titel is een verwijzing naar de karakteristieke roep van de rouwduif,
die in het refrein wordt opgeroepen. De teksten verwijzen naar liefdesverdriet,
maar de duif staat echter ook symbool voor de geest (ven overledenen).