Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 16
Strauss schreef zijn eerste composities al op zesjarige leeftijd. Vanaf zijn 8ste kreeg hij vioolles en pianoles. Echt tot bloei kwam hij later als assistent van de legendarische dirigent Hans von Bülow en groeide hij uit tot één van de grootste componist en dirigent van de 20e eeuw. Als geen ander verdiepte Strauss zich in het orkest, tot het laatste, kleinste instrument. Hij was een grootmeester in orkestreren en zijn partituren kenmerken zich dan ook door rijke, warme, weldadige klanken. Strauss was een van de meest veelzijdige componisten van zijn tijd. In zijn vroege periode componeerde hij prachtige en zeer vituoze symfonische gedichten als Don Juan, Ein Heldenleben, Tod und Verklärung, Till Eulenspiegels lustige Streiche, Also sprach Zarathustra en de hieronder te beluisteren Eine Alpensinfonie.
Strauss’ opera’s (18), met hun vaak gigantische orkestbezettingen behoren tot de grootste en moeilijkste uit het operarepertoire, en waarin de notoir zware vrouwenrollen een prominente plaats innemen. Salomé en Der Rosenkavalier hebben hem, door de enorme populariteit, rijk gemaakt hebben. In 1894 trouwde Strauss met de sopraan Pauline de Ahna, die moeilijk karakter had en vaak scènes schopte, maar desondanks was het huwelijk erg gelukkig. Hoewel Strauss, die een verwoed kaartspeler was, rijk geworden was, kreeg hij van zijn vrouw toch maar weinig zakgeld...........Tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef Strauss nauwelijks muziek.
Gedurende de nazi-tijd werd Strauss gedwongen om lid te worden van de Kulturkammer, waarvan hij door Joseph Goebbels tot hoofd werd benoemd. Strauss was bepaald geen aanhanger van het nazisme en vermeed het zoveel mogelijk om de Hitlergroet te brengen. Toch werkte hij met het regime mee om zijn joodse schoondochter en kleinkind te kunnen te beschermen en om de Duitse kunst te promoten en om muziek van Joodse en niet-Germaanse componisten te kunnen blijven dirigeren. In 1933 werd hij door Joseph Goebbels benoemd tot hoofd van de Reichsmusikkammer. Na de onderschepping van een brief aan zijn Joodse librettist Stefan Zweig, waarin hij zijn weerzin tegen de rassenleer uitsprak, werd hij weer ontslagen. Na de oorlog schreef Strauss een paar van zijn absolute meesterwerken waarvan de onderstaande Vier letzte Lieder worden gezien als hoogtepunt in zijn omvangrijke oeuvre. Strauss werd 85 jaar en stierf in zijn villa in Garmisch-Partenkirchen.
*Richard
Strauss groeide letterlijk op met hoornklanken want zijn vader Franz
Strauss was meer dan 40 jaar een beroemde eerste hoornist in het Münchner Hoforchester.
Ricahrd was nog maar net achttien toen hij zijn eerste hoornconcert schreef.
Het bestaat uit drie vrij korte delen, die zonder onderbreking in elkaar
overgaan, en ondanks het feit dat dit een jeugdwerk is, hoor je al duidelijk
Richards eigen stijl: mooie zangerige melodieën met grote melodische sprongen.
Hij droeg dit virtuoze werk, waarin de solist zijn technisch en muzikaal talent
ruimschoots kan etaleren, op aan zijn vader. Veel later, pas in 1942, Strauss
was toen negenenzeventig, componeerde hij het magistrale Hoornconcert 2. Beide
hoornconcerten staan in de toonsoort Es; een toonsoort die vaak voor heroïsche
muziek gebruikt wordt. Hoornisten die zich wagen aan dit hoornconcert, moeten
veel in hun mars hebben. Elke zichzelf respecterende hoornist heeft dit
hoornconcert op zijn/haar repertoire
staan, net als de 4 hoornconcerten van Mozart, van wie Strauss een groot
bewonderaar was.
*In 1948 schreef Strauss, op 84-jarige leeftijd!, zijn zwanenzang, dat misschien wel zijn meest geliefde werk geworden is; Vier letzte Lieder.
Straus schreef heel veel van zijn opera's en liederen met zijn echtgenote Pauline de Ahna als de ideale vertolkster in zijn gedachten. In deze innige liedcyclus komen Strauss' liefde voor de hoorn en sopraan op prachtige wijze samen. Zelf heeft hij ze nooit live kunnen horen: hij stierf kort na de voltooiing in 1949. De serene liederen stralen een sfeer van afscheid en berusting uit. De componist neemt hierin op indrukwekkende afscheid van het leven, en de wereld neemt afscheid van een genre en van de muzikale taal van de Romantiek die, met deze liedcyclus van Strauss, definitief wordt afgesloten. De vier liederen, die een gevoel van kalmte en vooral van berusting over het naderend afscheid uitstralen, vormen een fraaie kleine cyclus, waarin de verschillende stadia van het leven worden verklankt. ‘Frühling’ is vol vreugde en verwachting; in ‘September’ neemt de dichter afscheid van de zomer. In ‘Beim Schlafengehen’ verlangt de ziel naar de ‘toverkring’ van de nacht, en in ‘Im Abendrot’ is een ouder echtpaar getuige van een zonsondergang; ze vragen zich af of ze misschien het eind van hun leven beleven.
Deze melancholieke en adembenemend mooie Vier letzte Lieder blijven ons steeds maar weer betoveren en ontroeren. Dit tijdloos meesterwerk wordt beschouwd als een hoogtepunt in de Liedkunsten en stelt berucht zware eisen aan de sopraan..........
De teksten zijn van Joseph von Eichendorff (Im Abendrot) en Herman Hesse (Frühling, Beim Schlafengehen en September).
**Eine Alpensinfonie op.64; hierop was Strauss erg trots; ".........Nu heb ik eindelijk leren instrumenteren............" schreef hij aan zijn ouders na de repetities in oktober 1915 bij de Dresdener Staatskapelle. Toch is het geen partituur die regelmatig op de lessenaar staat, want hij duurt lang en er zijn een paar wagonladingen musici voor nodig. De verbeelding waarmee Richard Strauss de Alpen schildert is geniaal. Voor de Alpensymfonie gebruikt hij een gigantische orkestbezetting met ondermeer 16 hoorns, een batterij slagwerk, een heuse donder- en windmachine en een groot concert-orgel. Eine Alpensinfonie geeft een pittoresk klankbeeld van een trektocht door de bergen. Onderweg biedt de muziek prachtige vergezichten en mooie uitkijkjes: zonsopgang, een waterval, bloeiende weiden, mistvlagen, en ook nog een levensgevaarlijke donderende onweersstorm, een prachtige zonsondergang enz enz. Maar de Alpensinfonie is beslist meer dan een verzameling vakantiekiekjes: met zijn epische bezieling, indrukwekkende grootsheid en meeslepend drama is er zelden zo’n wervelende en levendige weergave van de natuur geweest als in deze grootse lofzang op de natuur.
Eine
Alpensinfonie, op.64
De 22 delen gaan zonder onderbreking in elkaar over; I; Nacht, II; Sonnenaufgang, III; der Anstieg, IV; Eintritt in den Wald, V; Wanderung neben dem Bache, VI; Am Wasserfall, VII; Erscheinung, VIII; Auf blumige Wiesen, IX; Auf der Alm, X;Durch Dickicht und Gestrüpp auf Irrwegen, XI; Auf dem Gletscher, XII; Gefahrvolle Augenblicke, XIII; Auf dem Gipfel, XIV; Vision, XV; Nebel steigen auf, XVI; Die Sonne verdüstert sich allmählich, XVII; Elegie, XVIII; Stille vor dem Sturm, XIX; Gewitter und Sturm, Abstieg, XX; Sonnenuntergang, XXI; Ausklang, XXII; Nacht