Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 15
In deze aflevering kunt naar één opwindend muziekwerk, dé; Carmina Burana; één van meest populaire muziekstukken uit de 20e eeuw, gecomponeerd door Carl Orf luisteren en kijken. Orff krijgt zijn eerste pianolessen van zijn moeder als hij vier jaar oud is en op vijfjarige leeftijd maakt hij al zijn eigen composities. Tot 1914 studeert hij aan het conservatorium van München en na zijn opleiding werkt hij als dirigent bij verschillende muziektheaters in München, Darmstadt en Mannheim. Later, in 1924, wordt hij leider van een school voor dans, beweging en ritmische training; hier wordt de basis gelegd voor zijn methode voor de schoolmuziek: zijn 'Orff-instrumentarium' en 'Orff-Schulwerk', dat overal ter wereld in het muziekonderwijs gebruikt werd en wordt. Carl Orff overlijdt op 29 maart 1982 in een ziekenhuis in München, in de wetenschap dat zijn '"O Fortuna" (uit de Carmina Burana) een wereldwijde zeer populaire melodie is geworden en veelvuldig voor van alles, van reclame en film tot popmuziek, wordt gebruikt.
*Carmina Burana: Cantiones profanæ cantoribus et choris cantandæ comitantibus instrumentis atque imaginibus magicis. Carmina Burana: Wereldlijke liederen voor zangers en koren, te worden gezongen samen met de instrumenten en magische beelden.
Carmina Burana (een onderdeel van Trionfi, een muzikaal drieluik met ook de veel minder bekende Catulli Carmina en Trionfo di Afrodite) is een krachtig en opzwepend muziekstuk vol met voortstuwende ritmes. Mede dankzij de uitzonderlijke koor- en orkestbezetting maakt dit van elke uitvoering een heuse belevenis.
Orff was zó gelukkig met het fantastische resulaat van de Carmina Burana, dat hij na de generale repetitie voor de wereldpremière op 8 juni 1937 in Berlijn tegen zijn uitgever zei: "........Alles wat ik tot nu heb geschreven en u helaas gedrukt heeft, kan de prullenbak in, want met Carmina Burana beginnen pas mijn verzamelde werken."...........
Carmina Burana (liederen uit Beuren) is de naam van de grootste en beroemdste verzameling middeleeuwse teksten die tot de zogenaamde vagantenliteratuur behoren. Vagantenliteratuur is de verzamelnaam voor de wereldlijke lyriek, die in de Middeleeuwen, met name in de 12e en begin 13e eeuw, door rondtrekkende studenten en geestelijken werd geschreven, deels in het Latijn, deels in de landstaal. De voornaamste thema's zijn: het ontluiken van de natuur in de lente, heftige kritiek op kerkelijke en wereldlijke overheid en verheerlijking van het ongebonden leven vol aardse geneugten als drank, dobbelspel en liefde. Vaganten (zwervers) noemde men de geestelijken, studenten en afgestudeerden die in de Middeleeuwen rondtrokken. Na beëindiging van hun studie konden zij, omdat er meer afgestudeerde studenten dan banen waren, vaak geen kerkelijk ambt krijgen, en dus trokken ze rond om met hun gedichten en kennis in hun levensonderhoud de voorzien. Maar er waren er ook die na hun losse studententijd zich niet meer in de kerkelijke tucht konden schikken en het ongebonden zwerversleven kozen. In die tijd waren de vaganten geëerde en gezochte dichters, die als gevolg van hun kerkelijke wijding(en) onder de kerkelijke (veel soepelere) rechtspraak vielen. Toen ze, omstreeks 1300, niet meer onder de bescherming van de Kerk vielen, verwerden zij al gauw tot gewone zwervers en landlopers.
De vagantenpoëzie is over het algemeen anoniem. Ook van de gedichten van de Carmina Burana zijn slechts enkele auteurs bekend. De meeste gedichten zijn in het Latijn, maar er zijn er ook een aantal in het Middelhoogduits en in het Oudprovençaals geschreven.
Een steeds terugkerend thema in de Carmina Burana is de heftige kritiek op het bandeloze leven van de gevestigde clerus, met name de monniken. De kerkelijke instellingen en gebruiken worden geparodieerd, maar de dogma's worden nergens direct aangevallen.
De Carmina Burana, bestaat uit 25 liederen,, die in drie grote delen onderverdeeld zijn;
I; Primo vere; in de Lente , Uf dem Anger; in de wei (liefdesliederen, 3 t/m 10); De eerste twee liederen gaan over Fortuna, die over de wereld regeert. De liederen over de lente kondigen de tijd om te beminnen aan..........."Al deze vernieuwing in de feestelijke lente en de kracht van de lente gebiedt ons vrolijk te zijn" zingt de bariton in lied nummer 4. En het koor zingt in nr. 5: 'de winterkoude vlucht en reeds zuigt de aarde aan de borsten van de lente'. Na de dans (instrumentaal) spreken de liederen (wan)hoop en verlangen uit: 'Kom, kom, m'n liefje, ik verlang naar je' (nr. 9).
II; In taberna; in de kroeg (drink- en gokliederen, 11 t/m 14); De liederen in de kroeg beginnen met een aangrijpende biecht: 'Ik word meegevoerd als een schip zonder stuurman' en: 'mijn ziel is dood, dus zorg ik alleen nog voor mijn lijf' (11). 'Wanneer wij in de taveerne zijn' (nr. 14) gaat over spelen met geld: 'Hier vreest niemand voor de dood maar dobbelt men in de naam van Bacchus'. In de vorm van een litanie wordt op satirische wijze het glas geheven op diverse groepen: struikrovers, zeelieden, blank en zwart...............
III; Cour d'Amours; De Hof van de minnars, Blanziflor et Helena; Beatrix en Beatrijs, (over de zinnelijke liefde, 15 t/m 24); Het eerste lied over de hof der liefde gaat over Amor, die jongens en meisjes zal vangen en ze alle vreugde geeft. In 'Dag en nacht' (16) klaagt de bariton: 'Jouw hart is van ijs. Als een soort medicijn zou een kus mij genezen'. Nummer 18 gaat over liefdesverdriet: 'In mijn hart zijn veel verlangens naar jouw schoonheid, die me ellendig maken'. En nadat de dichter ons heeft uitgelegd wat er allemaal gebeurt als een jongen en een meisje bij elkaar zijn (19), roept hij twee keer zijn geliefde aan: 'Kom, kom, kom toch' (20) en 'Kom, liefste, met vreugde (...) Oh, oh, oh! ik bloei helemaal op!' (22).
Orff geeft ons de boodschap mee dat het belangrijk is intens te genieten van momenten van geluk. De cirkel is weer rond wanneer de Carmina Burana met het eerste lied over Fortuna, die over de wereld regeert, wordt afgesloten.