Klassieke rubriek van Coen Jansen | Aflevering 13
In deze aflevering wil ik u een paar proeven van bekwaamheid laten beluisteren die door deze Duitse componist uit de barok (plm 16oo t/m de dood van Bach in 1750) zijn gecomponeerd. Bach; in zijn tijd vooral beroemd als virtuoos organist, maar tegenwoordig wordt hij als één van de beroemdste en grootste componisten aller tijden beschouwd. Dat laatste is echter niet altijd zo geweest, want Bach's muziek is lange tijd in de vergetelheid geraakt, totdat Felix Mendelssohn-Bartholdy in 1829 de Matthäus-Passion weer eens uitvoerde, en daarmee het startschot gaf tot een wereldwijde erkenning van Bach als één van de allergrootste componisten ooit, die álle generatie componisten hem beïnvloed heeft.
Bijna zijn hele familie was muzikant. Als jongen kreeg hij muziekles - klavecimbel, viool en orgel. Hij begon al snel zelf muziek te componeren. Later werd dit zijn baan: hij componeerde muziek voor zijn werkgevers. Dit was heel vaak de kerk. Bach schreef de muziek die tijdens de kerkdienst gespeeld zou worden; liefst elke week weer nieuwe, zodat de muziek vaak uitgevoerd werd terwijl de inkt nog nat was. Bach heeft erg veel gecomponeerd: o.a. 189 koralen voor koor, liederen en aria's, kerkmuziek (o.a. honderden cantates en vier passionen, waarvan de Matthäus en de Johannes Passion de meest bekende zijn), 3 sonates en 3 suites voor vioolsolo, sonates en suites voor viool met basso continuo, 6 suites voor cellosolo, veel klaviermuziek (o.a. Das Wohltemperierte Clavier en de Goldbergvariaties), 6 Brandenburgse Concerten, klavecimbelconcerten, vioolconcerten, orgelwerken (o.a. 151 koraalvoorspelen, preludes, toccata's fantasieën en fuga's), wereldlijke cantates, en de onderstaande 4 orkestsuites . Bach's muziek staat nog steeds gigantisch veel op de lessenaars. Meer dan 200 CD's zijn er nodig om al die muziek op te kunnen nemen......Bijna een eeuw is er gewerkt aan de officiële uitgave zijn van zijn werken (de Bach Werke Verzeichnis, of BWV, die in 1950 is voltooid). Bach diverse functies bekleed in oa Weimar, Arnstadt, , Mühlhausen, Köthen, Leipzig.
Bekend is dat dat hij temperamentvol en opvliegend was, en hij bij tijd en wijle van een flinke scheut alcohol hield. Dat hij naast het vele componeren en orgelspelen nog tijd voor andere zaken had blijkt wel uit het feit dat hij in 2 huwelijken maar liefst 20 kinderen.......heeft gekregen van wie er verschillende ook beroemde componisten geworden zijn. Ter ere van Bach zijn er in de loop van de tijd zo’n 150 postzegels met zijn beeltenis erop zijn uitgebracht, en zijn er diverse musea zijn aan hem gewijd.
*Bach heeft zich ook toelegd op het componeren van instrumentale en wereldlijke muziek en rond 1720 schreef Bach vier orkestsuites, simpelweg representatieve feestmuziek voor de rijke Weimarse en Köthense hoven, gelegenheidsmuziek die hij componeerde naar Frans en Italiaans voorbeeld. (Een suite is een instrumentaal stuk dat bestaat uit een reeks verschillende dansen. Het ritme en maatsoorten verschillen of contrasteren. Tijdens de Barok was het een zeer geliefde wereldlijke compositievorm. En aan de hoven werd er flink op suites gedanst).Dansmuziek dus, vooraf gegaan door een ouverture. Er is weinig instrumentale muziek van Bach bewaard gebleven, en van de muziek die er is, weten we vrijwel nooit wanneer, waarvoor of voor wie ze is geschreven. Dat geldt ook voor deze suite. Het is muziek in de stijl en sfeer van de dansmuziek die Lully schreef aan het hof van Lodewijk de Veertiende; een serie gestileerde dansen. Nu noemen we zoiets een suite, destijds heette het Ouverture, naar het openingsdeel. Als hommage aan de koning begon zo’n opeenvolging van dansen met een statige opening met een opvallend gepunteerd ritme – waarop de koning kon binnenschrijden – gevolgd door een wat sneller, fugatisch middendeel. Ook de bezetting van Bachs Eerste orkestsuite is op z’n Frans, met hobo’s en een fagot die de strijkerspartijen dubbelen.
**Suite 1 in C, BWV.1066 barst direct al los in een swingende ouverture, het openingstuk van de suite. Hobo’s en fagot spelen een duidelijke rol. I; Ouverture, II; Courante, III; Gavotte I alternativement / Gavotte II, III; Forlane, IV; Menuet I ; alternativement / Menuet II, V; Bourrée I alternativement / Bourrée, VI; Passepied I/II.
**Suite 2 in b, BWV.1067voor fluiten en strijkers. Direct vanaf de eerste pompeuze maten tot aan de frivole uitsmijter is Bachs tweede suite een brok muziek om je vingers bij af te likken. En dat niet in de laatste plaats voor de fluitist, die zonder onderbreking mag laten horen wat hij waard is. I; Ouverture / Lentement, II; Rondeau, III; Sarabande, IV; Bourrée I alternativement / Bourrée II, V; Polonaise I&II / Double, VI; Menuet, VII; Badinerie
**in Suite 3 in D, BWV.1068 voor hobo’s, trompetten en strijkers valt het beroemde Air voor strijkorkest op. I; Ouverture, II; Air , III; Gavotte I / Gavotte II, IV; Bourrée, V; Gigue
**Suite 4 in D, BWV.1069 deze Vierde orkestsuite, een koninklijk stuk, met trompetten en pauken, met alleen maar hoofdrolspelers: de instrumenten dartelen om elkaar heen en iedereen straalt. I; Ouverture – Larghetto , II; Bourée I &II, III; Gavotte, IV; Menuetto I&II, V; Réjouissance
**Okestsuites nrs. 1-4, BWV 1066 - 1069 Concentus musicus Wien olv Nikolaus Harnoncourt
**Een
verzameling kamermuziek waarin Bach een
prac htige hoofdrol aan de fluit heeft toebedacht, en omdat niemand eigenlijk
weet wat Bachs bedoelingen waren met betrekking tot uitvoering en
interpretatie, kan de luisteraar verzekerd zijn van frisse en verkwikkende
lezingen van deze fascinerende en tijdloze muziek.